De Gestalttherapie is een psychotherapeutische stroming die ontstaan is in de jaren 40 van de twintigste eeuw. Zij wil een alternatief of aanvulling vormen voor stromingen zoals de gedragstherapie, cliëntgerichte psychotherapie, psychoanalyse en systeemtherapie.
Gestalttherapie houdt zich liever met het 'hoe' dan met het 'wat' of 'waarom' bezig. Het 'hoe' is hierin ook het 'wat': hoe iemand spreekt, kijkt, zich terugtrekt, ... zegt volgens deze leer veel over hoe hij contact maakt met de ander en wat er misloopt. Een Gestalttherapeut schuwt het verwoorden van wat hij zelf ziet en voelt niet. Door dit te benoemen, kunnen psycholoog en de behandelde persoon beiden nagaan wat er gebeurt op de contactgrens.
Gestalttherapie kiest vaak voor directe actie, het experiment om nieuw gedrag uit te proberen en te ervaren.
Gestalttherapie werd ontwikkeld door Fritz Perls, zijn vrouw Laura Perls, Hefferline en vooral Paul Goodman. Het eerste boek dat in die richting trok, was 'Ego, Hunger und Agression' van Fritz Perls. Hij maakte als eerste vanuit de psychoanalyse (Perls was zelf psychiater) kritische kanttekeningen die leidden tot het ontwikkelen van Gestalttherapie. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van de sofa met een weinig zichtbare therapeut erbij. Voor Perls was dit een foute benadering van therapie: ook in therapie is er een contact tussen twee mensen waarbij elk zijn beleving in te brengen heeft.
Gestalttherapie werd door het boek van Georges Lambrechts in het Nederlands bekendgemaakt. Hij richtte het Instituut voor Communicatie op te Kortrijk. Dit instituut leidde Gestalttherapeuten op en organiseerde Gestalttherapieweekends in groepsverband. Dit instituut kreeg navolging door meerdere Vlaamse en Nederlandse initiatieven.