Ziekenhuis is de algemene term voor een instelling waar zieken verzorgd worden en waar professionele gezondheidszorg verleend wordt. Dit gebeurt door artsen, medisch specialisten en verpleegkundigen. Een verwante benaming is kliniek, dit zijn veelal gespecialiseerde ziekenhuizen, bijvoorbeeld abortuskliniek of hartkliniek. Vroeger gebruikte men vaak de begrippen gasthuis of hospitaal, nu wordt met dat laatste meestal een militair ziekenhuis bedoeld. In Nederland moet een ziekenhuis voldoen aan de regelgeving van en gefinancierd worden vanuit de Wet Ziekenhuisvoorzieningen.
Een ziekenhuis bestaat uit verschillende afdelingen. Die kunnen in een gebouw gehuisvest zijn, maar bij sommige ziekenhuizen zijn, door fusies of door praktische noodzaak, de afdelingen verspreid over meerdere gebouwen.
Heel vroeger was het gasthuis ook werkelijk een gasthuis, een eenvoudige voorloper van het huidige hotel. In dit gasthuis werden later ook zieke mensen verzorgd. Het zorg en onderdak geven was veelal religieus geïnspireerd. Deze oorsprong is ook nog terug te vinden in het aanspreken van verplegend personeel met 'zuster' of 'broeder' en in de naam van sommige ziekenhuizen: "Wilhelmina Gasthuis", "Sint Franciscus Gasthuis" en "St. Jans Gasthuis".
Ziekenhuizen voor besmettelijke ziekten ontstonden ook wel op initiatief van stadsbestuurders. Die pest- en leprozenhuizen lagen vanwege het besmettingsgevaar buiten de stad. Aan het eind van de 19e, begin 20e eeuw begon men goede gezondheidszorg te beschouwen als iets waar iedereen recht op had; zo ontstonden veel nieuwe ziekenhuizen uit particulier initiatief. Later werden sommige ziekenhuizen onderdeel van een universiteit waar geneeskunde onderwezen werd. Dit zijn de zogeheten academische ziekenhuizen.
Veel lokale ziekenhuizen zijn in de twintigste eeuw met de bevolkingsgroei ontstaan vanuit de behoefte van iedere streek om een eigen ziekenhuis te hebben. Dit zijn vaak stichtingen, die nog steeds voor een klein deel gefinancierd worden uit giften.
De organisatiestructuur van een ziekenhuis wordt voor een groot deel bepaald door de wijze van financiering van het ziekenhuis en de medisch specialist.
De medisch specialisten kunnen in loondienst van een ziekenhuis zijn, maar zijn vaak zelfstandig. Een groep zelfstandige specialisten in een ziekenhuis is per specialisme verenigd in een maatschap.
Als de specialisten in een ziekenhuis zelfstandig zijn, is de dokter in principe niet afhankelijk van het ziekenhuis voor zijn inkomsten. Dit zorgt ervoor dat het ziekenhuis weinig grip heeft op de specialist. Dit is per ziekenhuis verschillend en afhankelijk van hoe het het management opereert.
In de strijd van de overheid om de kosten van de gezondheidszorg te beheersen, moeten ziekenhuizen winstgevend worden. Ziekenhuizen moeten hun bestaansrecht bewijzen. Diensten worden aangeboden tegen een afgesproken vergoeding, en productiecijfers dienen gehaald te worden. Het ziekenhuis wordt als een bedrijf gerund door managers.
Tegenstrijdig is dat de zorgplicht voor een ziekenhuis blijft, terwijl zaken als financiering, verzekeringen, wachtlijsten en politiek een belangrijke rol spelen. Een belangrijke stap naar "marktwerking in de zorg" is de invoering van de DBC-systematiek. Een andere belangrijke stap is de aandacht die uitgaat naar de capaciteitsplanning in de steeds complexer wordende logistieke processen in het ziekenhuis. Capaciteitsplanning in ziekenhuizen is het proces van het bepalen en het zo efficiënt mogelijk inzetten van de benodigde hoeveelheid productie capaciteit (specialisten, verzorgend personeel, OK ruimte, bedden, materialen) om afspraken ten aanzien van productiecijfers na te komen.
De trend om ziekenhuizen te commercialiseren is niet zonder risico. Epidemiologisch onderzoek van de Canadese overheid naar het sterftecijfer waarbij commerciële ziekenhuizen en niet commerciële ziekenhuizen vergeleken worden heeft aangetoond dat het sterftecijfer hoger is in commerciële ziekenhuizen.