Een trauma of letsel is een verwonding of wond. Letterlijk genomen is het een onderbreking van de continuïteit van een weefsel, bijvoorbeeld de huid of een bot. Meestal is dit het gevolg van uitwendig geweld, bijvoorbeeld door een vechtpartij, val of ongeluk.
De mate en de ernst van een verwonding wordt bepaald door een aantal factoren als de kracht waarmee het lichaam in aanraking komt met het voorwerp, de vorm van het voorwerp en de persoonlijke toestand van de getroffene. Iemand op oudere leeftijd heeft bijvoorbeeld brozere botten dan jongeren.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de oorzaken van een verwonding.
Bij open wonden bestaat het risico van een bacteriële infectie, meestal door stafylokokken of streptokokken. Bijtwonden zijn meestal met veel verschillende bacteriën besmet. Mensenbeten zijn gevaarlijker dan kattenbeten. Kattenbeten zijn weer gevaarlijker dan hondenbeten.
Tetanus
Infectie met de bacterie Clostridium tetani kan tetanus (wondklem of kaakklem) veroorzaken bij mensen die hiertegen niet of onvoldoende zijn gevaccineerd. Dit is een uiterst zeldzame en zeer ernstige complicatie. Om dit tegen te gaan kan een tetanusvaccinatie worden gegeven. Eventueel kan dit bij sterk geïnfecteerde wonden samen gaan met een anti-tetanus immunoglobuline injectie. Dit zijn kant en klare, direct werkzame antistoffen tegen de bacterie.
Tetanus is in Nederland een zeer zeldzame ziekte (zo'n 5 gevallen per jaar). De kans op infectie met tetanus is groter bij besmetting met straatvuil, met name paardenmest en roestige spijkers.
Zie ook tetanus.
In aanraking komen met bloed van een andere persoon
Als het lichaam, met name via open wonden of de slijmvliezen, in aanraking komt met bloed van een andere persoon bestaat het risico van een besmetting met een aantal virussen. Voorbeelden van deze virussen zijn hepatitis B, hepatitis C en hiv. Besmetting vindt alleen plaats als de persoon één van deze virussen in zijn/haar bloed heeft. Dit treedt niet op bij contact met bloed waarbij de eigen huid intact is.
Andere manieren waarop zo'n infectie kan optreden zijn:
Wonden hebben de neiging tot genezen: snij-, brand-, schaafwonden en blaren genezen doorgaans binnen relatief korte tijd. Bij kleine wondjes (zoals een snee in de vinger) kan een pleister voldoende zijn. Wanneer pezen en/of zenuwen door zijn gesneden zal meestal worden getracht deze weer aan elkaar te hechten. Grotere wonden worden meestal door een chirurg behandeld. Het doel van behandeling hierbij is:
Bij sterk gecontamineerde wonden is het infectierisico vaak dermate groot dat men niet meteen zal hechten.