Leukoplakie is een witte slijmvliesverandering in de mond die niet afschraapbaar is en die ook na het wegnemen van de oorzaak blijft zitten. Bij ongeveer 5 procent van de leukoplakieën gaat de slijmvliesverandering over in kwaadaardige afwijking, zoals een plaveiselcelcarcinoom. Dit gebeurt meestal binnen een periode van 5 jaar.
Kenmerkend zijn witte slijmvliesverandering op bijvoorbeeld de tongranden of de mondbodem. Soms komt het op meerdere plekken tegelijk voor. In het algemeen geeft leukoplakie geen klachten, maar soms kan het een branderig gevoel geven.
Leukoplakie kan twee verschijningsvormen hebben:
Wanneer er een rode component in het spel is, wordt het wel erytroleukoplakie genoemd. De kans op een kwaadaardige afwijking is groter bij niet-homogene leukoplakie.
Als oorzaak van leukoplakie gelden vooral rook- en alcoholgewoonten. Soms wordt er echter geen aanwijsbare oorzaak gevonden.
Leukoplakie komt het meest voor boven het veertigste levensjaar. Het komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen (2:1). Vermoedelijk heeft 1 procent van de bevolking een leukoplastische aandoening, maar hier is nog maar weinig onderzoek naar verricht.
Men begint met het wegnemen van de vermoedelijke oorzaak van de leukoplakie, bijvoorbeeld roken. In sommige gevallen verdwijnen de witte veranderingen van het slijmvlies na het stoppen met roken en komt de diagnose leukoplakie te vervallen.
Afhankelijk van het klinisch aspect, het histologisch beeld en de lokalisatie kan er bij een blijvende leukoplakie worden gekozen voor regelmatige controle of behandeling. Dit hangt mede af van de leeftijd of gezondheidstoestand van de patiënt.
Kleine leukoplakieën (tot ongeveer 2cm) kunnen het beste worden geëxcideerd (uitgesneden). Grote leukoplakieën kunnen behandeld worden met een CO2-laserverdamping of CO2-laserexcisie, als alternatief voor normale chirurgie. Ten allen tijde moet het weggenomen weefsel worden onderzocht.