Inhoud

Gastroschisis is een zeldzame (ongeveer 1 op 5.0000 kinderen) aangeboren aandoening van de buik die tussen de achtste en de elfde week van de zwangerschap ontstaat. Bij de geboorte heeft de baby een gat in zijn buik, meestal aan de rechterkant van de navel. Door dit defect in de buikwand komen de ingewanden (deels) naar buiten. De dunne darm, dikke darm, milt, maag en/of lever liggen dan vrij in de baarmoeder of, na de geboorte, op de buik.

Diagnose

De diagnose wordt bij de geboorte gesteld op grond van bovenstaande kenmerken. Soms kan op de echo worden geconstateerd dat het kind gastroschisis heeft.

Kinderen met deze aandoening hebben een grotere kans om te overlijden tijdens de zwangerschap dan een kind zonder de aandoening. Tijdens de zwangerschap worden regelmatig echo's gemaakt om het kind goed in de gaten te houden.

Behandeling

Na de bevalling zal het kind meteen worden overgebracht naar de operatiekamer waar wordt bepaald of de darmen terug in de buik kunnen worden gebracht. Bij 80% van de kinderen met de aandoening lukt dat en kan de buikwand worden gesloten.

Als de darmen niet in de buik passen, zal worden geprobeerd de zwelling te laten afnemen. Dit kan door de darmen buiten de buik in een beschermend zakje (een silo) te plaatsen. Als de zwelling afneemt, kunnen de darmen langzaam terugzakken in de buik. Zodra de darmen in de buik passen, wordt de buikwand gesloten.

Erfelijkheid

Waarschijnlijk is er bij gastroschisis sprake van een multifactoriele overerving. De term multifactoriele overerving houdt in dat meerdere factoren (bijvoorbeeld een combinatie van genen of invloeden van buitenaf) verantwoordelijk zijn. De precieze oorzaken van gastroschisis zijn nog onbekend.