Diarree is een waterdunne ontlasting. Mensen die last hebben van diarree hebben ook vaak meerdere keren per dag last van hele dunne ontlasting. Als de ontlasting alleen wat minder vast is dan normaal, heet dat niet direct diarree.
Een dunne ontlasting wordt in veel gevallen veroorzaakt door een verkeerd voedingspatroon. Een vezelrijke, gezonde voeding is in dat geval belangrijk. Vezels zorgen voor een goede darmwerking en ze werken als een soort spons in de ontlasting. Hierdoor nemen ze vocht op en wordt de ontlasting gebonden.
Diarree kan veel verschillende oorzaken hebben, van onschuldig tot ernstig. Diarree kan heel plotseling (acuut) ontstaan, of langere tijd aanwezig zijn (chronisch).
Oorzaken van diarree zijn infectie van een virus (de meest bekende virussen zijn: adenovirus, rotavirus of norovirus), een infectie van een bacterie (de meest bekende bacteriën zijn: Yersinia, Campylobacter en Salmonella). Infectie met een bacterie wordt meestal veroorzaakt door besmet of bedorven. Bacteriën hebben zich op het voedsel kunnen verspreiden, komen vervolgens met het voedsel in de darm terecht en prikkelen en beschadigen de darmwand. Ook kunnen bacteriën op het voedsel zelf gif (toxinen) aanmaken, dit is bijvoorbeeld het geval bij de Ecoli-bacterie.
Vooral vis, schaal- en schelpdieren zijn beruchte veroorzakers van diarree. Schepijs uit een standje kan ook diarree veroorzaken wanneer het ondeugdelijk wordt bewaard. Ook kan kraanwater uit het buitenland besmet zijn. Sommige darmziekten zoals de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa kunnen ook diarree veroorzaken. Lactose en gluten kunnen diarree veroorzaken wanneer patiënten hiervoor intolerant zijn (lactose-intolerantie en coeliakie). Verder kan alcoholmisbruik tot diarree leiden. Minder bekende oorzaken van diarree zijn angst, stress en besmetting met bepaalde wormen.
Chronische diarree kan veel verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaken zijn:
Bij acute diarree is meestal geen behandeling nodig. De klachten verminderen vaak binnen enkele dagen. Als u last blijft houden van waterige ontlasting, buikkrampen en/of koorts kan de huisarts verder onderzoek doen. Als een bacterie of parastiet in de ontlasting wordt gevonden, kan de arts u soms een antibiotica voorschrijven.
Bij acute diarree is het niet verstandig om diarreeremmers te gebruiken zoals geactiveerde kool of loperamide. De veroorzaker van acute diarree (soms een bacterie of parasiet) moet juist via de ontlasting de darm verlaten. Als u een diarreeremmer gebruikt kan de bacterie of parasiet zich in het darmslijmvlies gaan nestelen.
Bij chronische diarree is de behandeling afhankelijk van de oorzaak. Vaak kan de onderliggende ziekte behandeld worden, zodat ook de diarree vermindert. In sommige gevallen zal de arts (langdurig) een diarreeremmer voorschrijven, om de klachten te verminderen.
Bij uitdroging als gevolg van diarree kan de huisarts middelen voorschrijven om de uitdroging te voorkomen of op te heffen, zoals ORS. Bij tekenen van ernstige uitdroging zal de huisarts u verwijzen naar het ziekenhuis. Hier kunt u snel vocht toegediend krijgen. Dit kan door een slangetje via de neus naar de maag, wat een sonde wordt genoemd. Eventueel kan ook vocht worden toegediend via een infuus. Het vocht komt dan via een slangetje direct in een bloedvat.