Uitgelichte persoonlijkheidsverandering specialisten
Maassluis,
Zuid-Holland
Amersfoort,
Utrecht
Den Haag,
Zuid-Holland
Huisartsenpraktijk M.J.O. Kreuger
Stede Broec,
Noord-Holland
De Bilt,
Utrecht
Hr H.B. Burggraaff en Mw M.L. Bos, verloskundige huisartsen
Amsterdam,
Noord-Holland
Vind een persoonlijkheidsverandering specialist in uw regio
Informatie over persoonlijkheidsverandering
Persoonlijkheidsverandering
Persoonlijkheidsverandering kan het gevolg zijn van een psychische stoornis, zoals depressie en trauma, maar de oorzaak kan ook lichamelijk zijn, als bijwerking van bepaalde geneesmiddelen, bij drugsgebruik, alcoholverslaving en dementie. Persoonlijkheidsveranderingen worden vaak geassocieerd met een frontaal hersenletsel. Hersenbeschadigingen door een tumor in het hoofd, een hersenbloeding of een infarct of door een verwonding kan de persoonlijkheid van iemand veranderen. Tot slot kan een delirium een rol spelen. Door de (neurologische) veranderingen reageert iemand anders of worden bepaalde karaktertrekken versterkt. Daarnaast kan er sprake zijn van gevoelens van verlies, onmacht of de frustraties.
Soorten persoonlijkheidsverandering
Er worden verschillende typen persoonlijkheidsverandering onderscheiden:
- Labiele type: het voornaamste kenmerk is de affectlabiliteit (een sterke schommeling in de uiting van gevoelens).
- Ontremde type: het voornaamste kenmerk is een slechte beheersing van impulsen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit seksuele schaamteloosheid.
- Agressieve type: het voornaamste kenmerk is agressief gedrag.
- Apathische type: de voornaamste kenmerken zijn uitgesproken apathie en onverschilligheid.
- Paranoïde type: de voornaamste kenmerken zijn achterdocht en paranoïde gedachten.
- Overige type: Indien het voornaamste kenmerk niet een van de bovengenoemde is. Bijvoorbeeld een persoonlijkheidsverandering in samenhang met Epilepsie.
- Gecombineerd type: Indien meer dan één kenmerk op de voorgrond van het beeld staat.
Omgaan met persoonlijkheidsverandering
Als mantelzorger is het moeilijk om met de gedragsveranderingen die hierdoor ontstaan om te gaan. De patiënt wordt jovialer of juist bozer dan je van hem gewend was. Je moet je daar op instellen. De patiënt heeft meestal zelf geen inzicht hierin. Het helpt meestal niet om de patiënt te wijzen op zijn gedrag. Soms kun je hem wel corrigeren op het moment dat hij iets te heftig is, maar het kan ook zijn dat hij dan juist bozer wordt of dat hij ook dat wegwuift. U kunt de omgeving inlichten over het feit dat de patiënt soms anders reageert dan men van hem gewend was.