Een Perifere facialis parese, ook wel aangezichtsverlamming, is een aandoening waarbij de spieren aan één kant van het gezicht in meer of mindere mate verlamd zijn, waardoor die kant van het gezicht niet meer goed bewogen kan worden. Als er geen duidelijke oorzaak is voor de Perifere facialis parese spreekt men van de Verlamming van Bell (Bellse parese).
Aan beide kanten van het gezicht loopt een nervus facialis ofwel aangezichtszenuw. Deze zenuw zorgt voor de gelaatsexpressie van het aangezicht (mimiek) en voor het sluiten van ogen en mond. De aangezichtszenuw is vergeleken met andere zenuwen kwetsbaar. Dit ligt hoogstwaarschijnlijk aan het nauwe en lange benige kanaal waardoor de zenuw door de schedel loopt. Wanneer de zenuw, om wat voor reden dan ook, beschadigd is, gaat deze zenuw minder goed functioneren. Wanneer de aangezichtszenuw (vrijwel altijd aan één zijde) slecht functioneert, valt de functie van de spieren in die gezichtshelft uit (facialis parese).
Een verlamming kan volledig of onvolledig zijn. Bij een onvolledige verlamming zijn de aangezichtsspreien nog in beperkte mate te bewegen. Een onvolledige verlamming kan binnen enkele dagen alsnog ontwikkelen tot een volledige verlamming.
Oorzaken van een facialisverlamming kunnen onder andere zijn:
Bij een aangezichtsverlamming vallen ook de functie van de spieren in die gezichtshelft uit.
Dit is te zien aan:
Het spontane beloop is vrij gunstig: in 75 - 85 % van de gevallen een volledig herstel in enkele weken tot maanden. Bij de overige 15-25% treedt meestal wel een aanzienlijke verbetering op maar geen volledig herstel.
Om problemen met het oog te voorkomen, wordt geadviseerd om gedurende de nacht het oog te bedekken met een vochtig compres om uitdroging te voorkomen.
Bij ernstige of snel verergerende verlammingen is een behandeling met prednison en een antiviraal middel nodig. Beschadiging van de zenuw treedt dan minder vaak op. De behandeling moet binnen een week na het ontstaan van de klachten beginnen. Hoe hoger de leeftijd, hoe kleiner de kans op volledig herstel. Het nut van deze behandeling moet worden afgewogen tegen eventuele problemen die kunnen ontstaan bij een reeds bestaande suikerziekte of een verhoogde bloeddruk.
Tocht moet vermeden worden en patiënten moeten zich onthouden van lichamelijke of geestelijke inspanning.