Uitgelichte Onvruchtbaarheid specialisten in Druten
Dekkers H G M en Hundscheid R D L
Montferland,
Gelderland
Beer & Bos Huisartsenpraktijk De
Ede,
Gelderland
Heelsum Louwers JGM en Boon BE Huisartsenpraktijk
Renkum,
Gelderland
Huisartsenpraktijk Kastanjelaan
Overbetuwe,
Gelderland
Buijs Huisartsenpraktijk De Koppel
Nijkerk,
Gelderland
Nunspeet,
Gelderland
Zoek naar de beste zorgaanbieders in uw omgeving
Bekijk ook:
Onvruchtbaarheid
Onvruchtbaarheid of infertiliteit is de term gebruikt bij het onvermogen tot voortplanting. Er is sprake van infertiliteit als na een jaar geregelde seks zonder voorbehoedsmiddelen een vrouw in de vruchtbare leeftijd niet zwanger is geworden. Wanneer er sprake is van verminderde vruchtbaarheid wordt dit subfertiliteit genoemd. In Nederland heeft 10-15% van de paren met een kinderwens problemen om volgens de natuurlijke weg kinderen te krijgen.
Oorzaken
Er kunnen verschillende oorzaken zijn van onvruchtbaarheid. In 30% van de gevallen ligt de oorzaak bij de vrouw, in eveneens 30% van de gevallen ligt de oorzaak bij de man, in 10% ligt het aan beiden en in 30% van de gevallen is er geen oorzaak te vinden (idiopathische subfertiliteit). Er zijn een aantal leefstijlfactoren en lichamelijke factoren die een rol kunnen spelen. Onvruchtbaarheid bij de man Het eerste wat een specialist vaak doet bij een onderzoek naar vruchtbaarheid is een microscopisch onderzoek van het sperma. Dit is nodig om te bekijken of er voldoende gezonde zaadcellen aanwezig zijn. Oorzaken van een lage zaadproductie kunnen zijn: koorts, overmatig gebruik van alcohol en drugs, roken, bepaald medicijngebruik, niet ingedaalde zaadballen, werken met chemicaliën en lood, tekort aan mineralen en vitaminen, de bof, te hoge frequentie van zaadlozingen en verhoogde temperatuur (door bijvoorbeeld strak ondergoed, sauna's, te hete baden of een elektrische deken). Ook een afwijking aan de penis kan tot gevolg hebben dat de man verminderd vruchtbaar is. Tot slot kan sprake zijn van seksuele problemen. Onvruchtbaarheid bij de vrouw Bij een vrouw wordt als eerste onderzocht of er sprake is van een eisprong (ovulatie). Tevens kan een bloedonderzoek, een echoscopie, een laparascopie (inspectie van de buikholte) of een hysterosalpingografie (röntgenfoto van baarmoederholte en eileiders) worden uitgevoerd. De volgende factroren kunnen een rol spelen:
- Stoornissen in de menstruele cyclus.
- Polycysteus-ovariumsyndroom (PCO-syndroom): verstoorde rijping van de eiblaasjes en uitblijven van de eisprong.
- Premature menopauze of prematuur ovarieel falen (POF): vervroegd in overgang raken.
- Verminderde eicelvoorraad of eicelkwaliteit: bijvoorbeeld door een hogere leeftijd.
- Tubapathologie: Afwijkingen in de eileiders.
- Endometriose: Woekeringen van het baarmoederslijmvlies.
- Afwijkingen aan de baarmoeder: bijvoorbeeld vleesbomen of verklevingen.
- Cervixfactor: Problemen met baarmoederhalsslijm.
- DES-dochters: Een afwijking die sinds 1977 niet meer voorkomt waarbij afwijkingen ontstonden tijdens de zwangerschap. Hierdoor waren de zogenaamde DES-dochters verminderd vruchtbaar.
- Herhaalde miskramen: Bijvoorbeeld door een chromosoom afwijking of een auto-immuunafwijking.
- Seksuele problemen.
- Idiopatische subfertiliteit: Onbegrepen onvruchtbaarheid.