Mensen met hypochondrie (ook wel ziektevrees genoemd) hebben de overtuiging een ernstige ziekte onder de leden te hebben. Ondanks geruststelling door een arts en uitvoerig medisch onderzoek blijft de patiënt ongerust en angstig.
De precieze oorzaak van hypochondrie is onbekend. Mogelijk spelen opvoeding, ervaring met lichamelijke ziekten en bepaalde persoonlijke eigenschappen een rol bij het ontstaan van deze angst. Opvoeding en ervaringen uit het verleden hebben invloed op de manier waarop iemand met angst en lichamelijke klachten omgaat.
Ouders kunnen zowel overmatig bezorgd zijn als tegen een kind zeggen dat ze niet ziek mogen zijn. In beide gevallen heeft een kind niet geleerd om op een reële manier om te gaan met gezondheid en ziekte. Zo kan in de loop der tijd een verkeerde inschatting van onschuldige lichamelijke verschijnselen ontstaan. Daarnaast kunnen seksueel misbruik of een ernstige ziekte op jonge leeftijd van invloed zijn op het ontstaan van hypochondrie.
Symptomen die op zich niets ernstigs te betekenen hebben (zoals hoofdpijn of een droge mond) worden gezien als teken van een ernstige ziekte. Dit leidt tot de angst een ziekte te hebben. De ongerustheid blijft bestaan, ook als in medisch onderzoek niets gevonden wordt. Ook anderen kunnen mensen met hypochondrie moeilijk geruststellen.
Als iemand met hypochondrie denkt een ernstige ziekte te hebben, dan kunnen diverse angstsymptomen zich voordoen, zoals:
Om de diagnose hypochondrie te kunnen stellen wordt gebruik gemaakt van een diagnostisch classificatiesysteem. Volgens dit systeem is sprake is van hypochondrie als aan de volgende eisen wordt voldaan:
Voorlichting over de aandoening (psycho-educatie) is de eerste stap. Hierbij wordt uitleg gegeven over de ontstaanswijze van de hyochondrie en de behandelopties worden besproken. Naast geruststelling wordt vaak psychotherapie toegepast.
Psychotherapie
Het meeste onderzoek op dit gebied is gedaan naar cognitieve gedragstherapie (CGT), dit is de eerste keuze binnen de behandelingen. CGT richt zich op het denken en het daaruit voortkomende gedrag van de patiënt. Er wordt inzicht verkregen in de gedachten en het gedrag van de patiënt en in de sessies wordt aandacht besteed aan de onderliggende redenen voor dit gedrag. Aan de hand hiervan wordt gewerkt aan het doorbreken van het negatieve patroon.
Medicamenteuze behandeling
Er zijn goede resultaten behaald met antidepressiva uit de categorie specifieke serotonine heropname remmers (SSRI's) en uit de categorie tricyclische antidepressiva (TCA's).