Blaasstenen

Informatie over blaasstenen

Blaasstenen

Blaasstenen zijn (kleine) 'steentjes' die in de blaas zitten. Het zijn geen echte steentjes maar versteende afvalstoffen. De afmeting kan variëren van enkele millimeters tot wel enkele centimeters. Kleine blaasstenen kunnen worden uitgeplast, grote blaasstenen moeten eerst worden vergruisd. Het uit-plassen van blaasstenen veroorzaakt niet altijd klachten, maar soms ook wel. Vaak is een steentje klein en dan wordt een blaassteen ongemerkt uitgeplast. Een grotere blaassteen die ook via de urinebuis wordt uitgeplast, kan erg pijnlijk zijn als het steentje te groot is voor de nauwe urinebuis. Blaasstenen kunnen vastlopen in de urinebuis, een infectie veroorzaken en erg pijnlijk zijn.

De symptomen

Een kleine blaassteen hoeft geen klachten te geven. Als een steen groter wordt, kan hij het slijmvlies van de blaas gaan irriteren en klachten veroorzaken:

• pijnlijk en moeizaam plassen
• frequente aandrang tot urineren
• bloed in de urine

Hoe ontstaan blaasstenen?

Blaasstenen ontstaan als afvalstoffen verstenen in de blaas. Bij aandoeningen waarbij er sprake is van een hoger gehalte urinezuur, zoals bij Jicht, en aandoeningen waarbij er sprake is van een hoog calciumgehalte in de urine en het bloed, zoals bij hogere bijschildklieractiviteit, komen vaker blaasstenen voor. Blaasstenen veroorzaken niet altijd klachten en worden ook vaak ongemerkt uitgeplast. Als het vermoeden bestaat dat er blaasstenen zijn, kunnen deze soms ook worden opgevangen door in een zeef te urineren.

Blaasstenen uitplassen of laten verwijderen?

Het kan voorkomen dat de patiënt tijdens het plassen merkt dat de urinestroom even hapert, even later valt er een steentje in de wc. Voor een grotere blaassteen komt de patiënt bij de uroloog terecht. De blaassteen kan worden vergruisd of verwijderd worden door middel van een kijkoperatie. Als u denkt dat u een blaassteen heeft, neem dan altijd contact op met de huisarts.

Blaasstenen behandeling

Bij het vermoeden van blaasstenen kunnen deze worden opgespoord met röntgenfoto's, en echografie. De urine en de urinewegen worden onderzocht en andere aandoeningen moeten eerst worden uitgesloten. Niet elke steen is zichtbaar op een röntgenfoto. Soms wordt daarom een cystoscopie uitgevoerd zodat het slijmvlies van de blaaswand onderzocht kan worden. Aanvullend wordt indien nodig ook de bijkomstige (blaas)ontsteking en/of urineweginfectie behandeld.