Anorexia nervosa - Eemsdelta, Groningen

Op deze pagina ontdekt u de meest ervaren specialisten in de behandeling van Anorexia nervosa in Eemsdelta, Groningen. Laat u bijstaan door deskundigen die zich inzetten voor uw herstel en welzijn.

Uitgelichte Anorexia nervosa specialisten in Eemsdelta

Zoek naar de beste zorgaanbieders in uw omgeving

Bekijk ook:

Wat is Anorexia Nervosa?

De naam anorexia nervosa (verkort tot anorexia) betekent letterlijk "gebrek aan eetlust door nerveuze oorzaken". Deze naam is eigenlijk misleidend, omdat de patiënten die hieraan lijden geen gebrek aan eetlust hebben, maar juist doelbewust proberen hun eetlust en hongergevoel te onderdrukken. Anorexia zou eigenlijk beter "magerzucht" of "lijnziekte" genoemd kunnen worden, want de patiënten hebben een onweerstaanbare drang om af te vallen. Ze zijn er als het ware aan verslaafd en gaan ermee door, zelfs als zij al sterk zijn vermagerd. Alles wat te maken heeft met eten, gewicht en lichaamsomvang is een obsessie voor anorexia-patiënten. Ze tellen voortdurend calorien en tobben over wat ze wel of niet moeten eten. Voedsel wordt slechts als "toegestaan" beschouwd als het weinig calorien bevat; vooral suikers en vetten zijn taboe. Vaak eten anorexia-patiënten iedere dag dezelfde dingen volgens een zichzelf opgelegd ritueel. Iedere afwijking van dit strikte regime kan paniek oproepen en wordt daarom op alle mogelijke manieren vermeden. Sommige patiënten kunnen dit regime niet voortdurend volhouden en hebben bij tijd en wijlen last van eetbuien, waarbij ze in korte tijd veel eten naar binnen werken. Na zo"n eetbui voelen ze zich erg wanhopig en willen het eten zo snel mogelijk weer kwijt. Dit doen ze dan vaak door zelf opgewekt braken of door het gebruik van laxeermiddelen. Om nog meer af te vallen dwingen anorexia-patiënten zichzelf vaak tot overmatige lichamelijke activiteit. Sommige patiënten beoefenen bijvoorbeeld twee uur per dag aerobics, joggen dagelijks 10 kilometer of doen iedere avond op hun kamer 500 buikspieroefeningen. Hoewel de patiënten erg mager - soms zelfs extreem mager - kunnen worden, blijven zij zichzelf dik voelen. Er is dus sprake van een sterk vertekend lichaamsbeeld. Het is zelfs zo dat naarmate het gewicht lager wordt patiënten steeds banger worden om aan te komen. Een pondje erbij wordt dan als een regelrechte ramp ervaren. Hoewel anorexia-patiënten wel bij anderen opmerken dat die te mager zijn, blijven zij hun eigen toestand tegenover zichzelf en anderen vaak lang ontkennen. Ze proberen hun eetgedrag en de lichamelijke gevolgen daarvan voor anderen verborgen te houden uit angst voor druk die anders op hen uitgeoefend zal worden om aan te komen. Anorexia- patiënten kunnen daarom lang volhouden dat er niets met hen aan de hand is.

De sociale gevolgen.

    Mensen met anorexia voelen zich vaak geïsoleerd en verlaten. De omgeving begrijpt niet dat de patiënten hun lichaam heel anders ervaren dan anderen het zien. De vermagering en het abnormale eetdrag roepen veel onbegrip en bezorgdheid op bij familie en vrienden. Daarom proberen zij hun eetstoornis zo veel mogelijk verborgen te houden en zullen zij allerlei smoesjes en uitvluchten verzinnen. Hierdoor kunnen zij door hun omgeving als leugenachtig of onbetrouwbaar worden ervaren. Anorexia-patiënten zijn eigenlijk voortdurend bezig met het plannen en geheimhouden van hun eetgedrag. Dit veroorzaakt veel stress. Iets gewoons als een etentje of een verjaardagsfeestje kan anorexia-patiënten erg nerveus maken. Door de stress worden ze kwetsbaar, onzeker, dwingerig of snel geïrriteerd en hebben ze last van grote stemmingswisselingen. Ze moeten van zichzelf aan een heleboel regels voldoen en worden in hun denken en doen erg in beslag genomen door hun ziekte. Anorexia-patiënten gaan zich op den duur steeds meer afzonderen van de mensen om hen heen. Ze zijn uiteindelijk alleen nog maar bezig met wèl of niet eten, met dik of dun zijn, of met hardlopen, fietsen of zwemmen. Hoewel ze vaak grote moeite doen om zich zo aangepast mogelijk te gedragen, zijn zij zo door hun ziekte geobsedeerd, dat zij haast niets meer voor andere mensen of zaken kunnen voelen. Zij komen daardoor al gauw in een sociaal isolement