zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Schisis (Hazenlip)

Inhoud

Schisis betekent spleet. Schisis is een spleet in lip, kaak en/of het zachte en/of harde gehemelte. Circa 1 à 2 op de 1000 pasgeborenen heeft een schisis.

Per jaar worden er ongeveer 380 kinderen in Nederland geboren met schisis. Een schisis ontstaat door een foutje tijdens de ontwikkeling van het embryo in de baarmoeder, waardoor lip, kaak en gehemelte niet aan elkaar groeien.

Er zijn verschillende soorten schisis.

  • alleen in de lip (cheilo-schisis);
  • de lip en de kaak (cheilo-gnatho-schisis);
  • de lip, de kaak en het gehemelte (cheilo-gnatho-palato-schisis);
  • het gehemelte (palato-schisis).


De spleet kan smal of breed zijn. Soms is de spleet onzichtbaar als er wat slijmvlies overzit.

De schisis ontstaat al vroeg in de zwangerschap. Tussen de zesde en twaalfde week vindt een groot deel van de aanleg van het gezicht plaats. De weefselpartijen, die later lip, kaak of gehemelte vormen groeien naar elkaar toe. Als dit naar elkaar toegroeien onvolledig verloopt kunnen er spleten ontstaan.

Een groot gedeelte (50%) van kinderen met schisis heeft in meer of mindere mate ook last van een verminderd gehoor. Dit gehoorverlies is in principe tijdelijk.

Een lip-, kaak- en gehemeltespleet komt vaker voor bij jongens en een gehemeltespleet komt vaker voor bij meisjes. De reden hiervoor is onbekend.

Bij kinderen met alleen een gehemeltespleet is de kans op andere afwijkingen groter dan bij kinderen die een andere vorm van schisis hebben.

Behandeling

De behandeling van een schisis is vaak langdurig. In de meeste gevallen stopt de behandeling pas als het het kind volledig is uitgegroeid (rond de achttienjarige leeftijd).

Bij de behandeling is vaak een team van specialisten betrokken: het zogenaamde schisisteam. Dit is een multidisciplinair team waarin per kind de behandeling wordt vastgesteld en uitgevoerd. Afhankelijk van de soort schisis zijn diverse behandelingen nodig: lipsluiting, gehemeltesluiting, kaakoperatie, orthodontische behandeling en plastische chirurgie, maar ook logopedische behandeling.

De lipspleet wordt doorgaans vanaf een leeftijd van drie maanden operatief door de plastisch chirurg gesloten. Voor sluiting van de gehemeltespleet is een tweede en soms nog een derde operatie noodzakelijk. Sluiting van de kaak gebeurt meestal rond het negende of tiende jaar.

Soms is hulp van een logopedist niet voldoende om een goede spraak te krijgen. In zo?n geval kan door een operatie de opening tussen het zachte gehemelte en de achterwand van de keel kleiner gemaakt worden door een brug. Deze spraakverbeterende operatie heet pharnynxplastiek.

Het ontstaan van schisis

Aan het begin van de zwangerschap bestaat een bovenkaak in aanleg uit drie delen: er zijn twee delen aan de zijkant en er is een middendeel. De normale ontwikkeling van de neus met de bovenlip en kaak vindt plaats tussen de 6e en 9e zwangerschapsweek. De verschillende delen die de bovenlip en kaak gaan vormen, groeien naar elkaar toe van achteren naar voren en versmelten. De normale ontwikkeling van het gehemelte begint pas als de bovenlip en kaak versmolten zijn, dus na de 9e zwangerschapsweek. Eerst groeien de onderdelen weer uit en vervolgens versmelten ze van voren naar achteren in de 10e-12e week. Als de versmelting van de bovenlip en kaak niet op de normale manier heeft plaatsgevonden, dan blijft er na 9 weken zwangerschap een spleet van lip en bovenkaak bestaan. Het gehemelte kan zich daarna nog normaal ontwikkelen. Het niet sluiten van de spleet in lip en bovenkaak kan ook gevolgd worden door het niet sluiten van het gehemelte. De spleet is dan veel breder en langer.

Oorzaak

In de meeste gevallen kan er geen duidelijke oorzaak worden gegeven. Schisis kan ontstaan door een combinatie van aanlegfactoren en stoornissen van buitenaf in de zwangerschap tussen 6 en 12 weken.

Er is een indeling in drie groepen te maken van de oorzaken:

  • Een oorzaak tijdens de zwangerschap;
  • Een aangeboren, erfelijke oorzaak;
  • Een combinatie van oorzaken.


Stoornis tijdens de zwangerschap; tot de 6e à 9e week van de zwangerschap heeft elke foetus een dubbelzijdige lip- en kaakspleet en tot de 9e à 12e week een gehemeltespleet. Daarna groeien de verschillende delen naar elkaar toe om één geheel te vormen. Bij kinderen met een schisis heeft dit versmeltingsproces niet of niet volledig plaatsgevonden.

De oorzaak kan ook liggen in erfelijke aanleg; dat wil zeggen dat de aanleg tot schisis door een van de ouders aan het kind is doorgegeven. Deze ouder heeft dan zelf een schisis en/of schisis komt voor bij een of meer van zijn/haar familieleden.

Gevolgen

Een schisis kan verschillende problemen tot gevolg hebben:

  • Direct na de geboorte kunnen zich voedingsproblemen voordoen;
  • Er kunnen zich problemen voordoen op keel-, neus- en oorgebied;
  • Minder goede verstaanbaarheid door nasaliteit;
  • Ouders en omgeving kunnen problemen hebben met het aanvaarden van het uiterlijk van het kind;
  • Het kind kan op latere leeftijd zelf problemen hebben met het aanvaarden van het uiterlijk.