zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over SARS

SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome) is een soms levensbedreigende vorm van atypische longontsteking (pneumonie).

De eerste gevallen verschenen in de Chinese provincie Guangdong, eind 2002. De ziekte is besmettelijk, en verspreidde zich naar Hongkong, en van daaruit naar Vietnam, Canada en andere landen. De ziekte wordt veroorzaakt door het SARS-virus. Het is een type coronavirus dat vóór de uitbraak van SARS nog niet eerder bij mensen was aangetroffen.

Bij de identificatie van het virus dat de ziekte veroorzaakt speelde de Nederlandse viroloog Ab Osterhaus een belangrijke rol.

Meestal duurt de incubatieperiode 5 dagen, variërend van 2-10 dagen. Er is geen bewijs voor besmettelijkheid voordat er symptomen zijn.

Er is sprake van een verhoogd risico voor medewerkers in de gezondheidszorg, gezinsleden, partners en andere nauwe contacten van besmettelijke patiënten.

SARS is een meldingsplichtige ziekte groep A wat wil zeggen dat alle personen die verdacht worden van SARS of waarschijnlijk SARS hebben, telefonisch gemeld moeten worden aan de arts-infectieziektebestrijding van de GGD.

Oorzaken

SARS wordt veroorzaakt door een nieuw humaan coronavirus (SARS-CoV). Dit is een RNA-virus. Er zijn al veel langer twee andere humane coronavirussen bekend: 229E en OC43. Deze virussen veroorzaken neusverkoudheid net zoals rhinovirussen. Het SARS-CoV onderscheidt zich van deze coronavirussen omdat het bij de mens een lagere luchtweginfectie kan veroorzaken. Een eventuele rol van andere verwekkers is nog niet vastgesteld. Opvallend vaak is er een co-infectie met metapneumovirus, maar waarom dit zo is, is onbekend.

Het SARS-coronavirus kan in ontlasting en urine bij kamertemperatuur 1 à 2 dagen overleven. In feces van patiënten met diarree kan het tot 4 dagen of langer overleven. Op plastic oppervlakken kan het virus ten minste 48 uur overleven. Indirecte besmetting via oppervlakken die met lichaamsvloeistoffen zijn verontreinigd, is theoretisch mogelijk, maar speelt een ondergeschikte rol.

Besmetting is aangetoond bij mensen die in nauw contact hebben gestaan met personen die klinische verschijnselen vertonen. Besmetting vindt vermoedelijk plaats van mens op mens via druppels (tijdens praten, hoesten, niezen) of door direct contact met lichaamsvloeistoffen van een besmettelijke patiënt. Het is mogelijk dat de neus en ogen als 'toegangspoort' fungeren, net zoals bij andere respiratoir overdraagbare virussen.

Symptomen

De eerste ziekverschijnselen zijn niet-specifiek en bestaan uit:

  • hoge koorts (>38°C);
  • spierpijn;
  • keelpijn;
  • hoofdpijn.


In het eerste stadium is de ziekte vrijwel niet te onderscheiden van een zware griep.

Binnen 2-7 dagen ontwikkelen de patiënten droge hoest en kortademigheid, ook kan er sprake zijn van diarree. Tussen dag 7 en 10 verslechtert bij sommige patiënten het ziektebeeld: de koorts stijgt en de zuurstofsaturatie daalt. De thoraxfoto toont dubbelzijdige infiltraten. In sommige gevallen treden acute ademhalingsproblemen op die beademing noodzakelijk maken. Dodelijke gevolgen zijn te wijten aan respiratoire insufficiëntie.