Een shock is een acute levensbedreigende toestand waarbij de druk in de bloedvaten te laag is om de vitale lichaamsfuncties in stand te houden. De doorbloeding en dus de zuurstofvoorziening van het hart, de hersenen en andere organen komen hierdoor in het gedrang wat snel resulteert in het afsterven van cellen.
Er worden verschillende soorten shock onderscheiden:
Het lichaam tracht het gebrek aan zuurstof te compenseren door enkele correctiemechanismen. Het hart pompt het bloed sneller rond, de ademhaling versnelt en de minder belangrijke organen zoals de huid krijgen minder bloed. Het lichaam reageert op het probleem en het slachtoffer wordt rusteloos en angstig.
Bewustzijn
De persoon is vaak angstig, verward, gespannen en gedesoriënteerd. Indien de situatie niet verbetert wordt hij door afnemende circulatie van de hersenen suffer en verwarder en zal hij uiteindelijk het bewustzijn verliezen.
Huid: Door de verminderde bloeddoorstroming ziet de huid er bleek of blauwachtig uit. De huid voelt vaak koud en klam aan maar is toch zweterig. Kenmerkend is dat het zweet niet terugkomt, indien dit wordt weggeveegd. De zogenaamde capillary refill is vertraagd.
Ademhaling
De ademhaling is versneld en kan oppervlakkig of luidruchtig zijn. In zeer ernstige gevallen kan de ademhaling vertragen door uitputting van het lichaam.
Pols
De pols is vaak zwak voelbaar en versneld. Bloeddrukmeting zal bij gevorderde shock een lage bloeddruk tonen.
Dalende urineproductie (oligurie of anurie)
Door slechte circulatie is de bloedtoevoer naar de nieren verminderd. Hierdoor zal er minder urine geproduceerd worden