Gehele of gedeeltelijke kleurenblindheid of daltonisme is het niet volledig normaal waarnemen van kleuren.
Kleurenzwakte is het minder goed kleuren kunnen onderscheiden en dit komt meer voor dan echte kleurenblindheid. Bij kleurenblindheid is een van de drie kleurwaarnemingssystemen helemaal uitgevallen.
Meestal treedt kleurenblindheid op als een of meer van de drie typen kegeltjes niet goed of helemaal niet werken. Kegeltjes zijn net als staafjes lichtgevoelige cellen in het netvlies. Kleurenblindheid is meestal een geslachtsgebonden erfelijke aandoening. Er bestaan ook verworven vormen, meestal als gevolg van vergiftigingen zoals gebruik van bepaalde geneesmiddelen.
Achromatopsie is een zeldzame aandoening waarbij geen van de drie soorten kegeltjes functioneert. Mensen met deze gesteldheid zien de wereld in grijstinten, precies zoals de term kleurenblindheid suggereert. Deze aandoening gaat echter ook nog gepaard met verminderde beeldscherpte en moeilijkheden met het richten van de blik.
Bij de meest voorkomende vorm, rood-groen kleurenblindheid, kan de aangedane persoon niet of niet goed onderscheid maken tussen rood- en groentinten. Dit is niet zeldzaam: ongeveer één op de twintig mannen heeft het. De meest voorkomende stoornis is hier deuteranomalie ofwel kleurenzwakte voor groen. Onvermogen om rood te zien (1 procent van de mannen) of verminderd vermogen om rood te zien (nog eens 1 procent van de mannen) komt minder voor.
De zeldzame volledige kleurenblindheid gaat gepaard met een slechte gezichtsscherpte. De vaker voorkomende gedeeltelijke kleurenblindheid heeft weinig maatschappelijke gevolgen, maar er zijn beroepen waarvoor een goede kleurenzin nodig is. voorbeelden hiervan zijn beroepsmilitair, schilder, fotograaf, modeontwerper, kleuterleider, binnenhuisarchitect, industrieel ontwerper, piloot, treindienstleider, treinmachinist, scheikundige (kleurreacties), aardrijkskundige en politieagent.
Dit betekent echter niet dat een kleurenblinde per definitie uitgesloten is. Vaak wordt de gradatie bepaald waarin het voorkomt afgezet tegen de vereisten voor de functie.