Kanker is een verzamelnaam voor ruim honderd verschillende kwaadaardige tumoren die sterk van elkaar verschillen wat betreft:
Ieder mens loopt in een bepaalde mate risico op het krijgen van kanker. Elk jaar worden ruim 83.000 mensen in Nederland gediagnosticeerd met kanker. De diagnose wordt met name gesteld bij ouderen: 70 procent van is ouder dan 60 jaar en ruim 40 procent is ouder dan 70 jaar.
De oorzaak verschilt per soort kanker. Vaak ligt de oorzaak in een samenloop van omstandigheden. Hierbij spelen leefgewoonten, erfelijke aanleg en toeval een rol. Kanker is in ieder geval niet besmettelijk. Er zijn een aantal risicofactoren bekend:
Leefstijl
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat bepaalde leefgewoonten en/of leefomstandigheden het risico op een aantal soorten kanker vergroot. Voorbeelden hiervan zijn:
De meeste factoren verhogen het risico pas wanneer sprake is van langdurige blootstelling. De risicofactoren verschillen per kankersoort.
Virus
Bij 15 tot 20 procent van alle kankerpatiënten is een virus de oorzaak. Zo is het humaan papillomavirus (HPV) de enige bekende oorzaak van baarmoederhalskanker. HPV kan via seksueel contact worden overgedragen. Besmetting met het hepatitis B-virus (HBV) of hepatitis C-virus (HCV) geeft een sterk verhoogd risico op leverkanker. Van een aantal andere virussen is de rol bij het ontstaan van kanker bij de mens minder duidelijk.
Erfelijke aanleg
Verschillende soorten kanker kunnen in één familie voorkomen en hebben dan meestal niets met elkaar te maken. Soms heeft iemand aanleg om een bepaalde soort kanker te krijgen, omdat deze aanleg vanaf zijn geboorte in zijn erfelijk materiaal (DNA) is vastgelegd. Dit geldt voor ongeveer 5 procent van alle mensen met kanker.
Milieu
Sommige mensen denken dat kanker hoofdzakelijk door veranderingen in het milieu wordt veroorzaakt. Dat blijkt niet zo te zijn. Milieuverontreiniging heeft bij maximaal 1 procent van alle mensen met kanker een rol gespeeld.
Er zijn een aantal symptomen die op kanker kunnen wijzen:
Er zijn twee soorten tumoren: goedaardige en kwaadaardige. Een goedaardige tumor bestaat uit cellen die zich sneller delen dan normaal, maar de cellen blijven binnen de weefselstructuur waar ze zich bevinden. De tumor lijkt op kanker, maar is scherp begrensd en blijft beperkt tot dat deel van het lichaam. Er is dus geen sprake van kanker bij een goedaardige tumor.
Kwaadaardige tumoren zijn kanker. Alle lichaamsweefsels en organen in het lichaam kunnen worden aangetast door cellen die gaan woekeren. Grofweg onderscheidt men twee soorten kanker:
Het carcinoom: gaat uit van het epitheel. Dat is de bekleding van organen, de huid, klieren etc.
Het sarcoom: deze vorm gaat uit van bindweefsel, botten en spieren.
Een kwaadaardige tumor heeft de neiging naar de omliggende weefsels en/of organen door te groeien. Via de lymfe- en/of bloedbaan kunnen kankercellen naar andere delen van het lichaam worden vervoerd, waar ze opnieuw een tumor vormen. Deze tumoren worden uitzaaiingen genoemd.
Kankercellen zijn in vergelijking met gezonde cellen zeer afwijkend van vorm. Ze zijn door middel van verschillende onderzoeksmethoden goed te traceren: biopsie, scopie, punctie, röntgenfotografie middels contrastvloeistof en (MRI)scans. Er zijn 3 soorten behandeling die het meest worden toegepast:
Vaak vindt er een combinatie plaats van twee of drie behandelmethoden.