Een galblaasontsteking is een ontsteking van de galblaas. De galblaas is een tijdelijke opslagplaats van galvloeistof. Galvloeistof wordt aangemaakt door de lever. Via galkanaaltjes komt de galvloeistof in de galblaas terecht. Daar wordt de galvloeistof opgeslagen.
Als u vet heeft gegeten krijgt de galblaas een signaal om samen te trekken. Door de samentrekkingen wordt galvloeistof afgegeven aan de galwegen. De galvloeistof komt via de galwegen in de dunne darm, waar het nodig is voor de vetvertering.
Een plotseling optredende en eenmalige ontsteking noemt men een acute galblaasontsteking. Wanneer de ontsteking regelmatig terugkomt of langdurig aanwezig blijft dan spreekt men van een chronische galblaasontsteking.
In de meeste gevallen wordt galblaasontsteking veroorzaakt door galstenen.
Galstenen ontstaan, als de vloeibare gal dat op de duur versteent. Meestal bestaan galstenen uit cholesterol-achtig (vettig) materiaal, dat is samengeklonterd en hard geworden. Soms ontstaan galstenen echter ook uit galpigment of kalkresten. De ene keer worden maar een paar kleine steentjes gevormd, de andere keer kunnen het veel grote stenen zijn. Vaak vormt zich slechts één grote steen. Galstenen komen bij 1 op de 3 vrouwen en 1 op de 6 mannen voor. Hoe ouder je bent, hoe groter de mogelijkheid.
Bij de meeste mensen met galstenen doen er zich geen verschijnselen of problemen voor. Ze weten niet eens dat ze galstenen hebben. Over het algemeen blijven de stenen gewoon in de blaas, zonder klachten te veroorzaken. Bij anderen kunnen galstenen wel degelijk klachten veroorzaken.
Galblaasontsteking is een van de mogelijke gevolgen van de aanwezigheid van galstenen. Aangenomen wordt dat in 19 van de 20 gevallen galstenen de oorzaak zijn van galblaasontsteking. Het blijkt, dat galstenen vast komen te zitten in het afvoerkanaal van de galblaas (het kanaal waardoor gal van de galblaas naar de centrale galgang wordt vervoerd). Het gevolg is dat gal zich ophoopt in de galblaas, die daardoor uitrekt.
Hierdoor ontstaat vaak een ontsteking aan de wand van de galblaas. Soms zal de hele galblaas ontstoken raken, wat kan leiden tot ernstige klachten.
Andere oorzaken van galblaasontsteking komen bijna niet voor, maar in 1 op de 20 gevallen worden er geen galstenen gevonden bij een galblaasontsteking. Dan is het bijna altijd onduidelijk waardoor de ontsteking is ontstaan.
Soms hebben mensen die een galblaasaandoening hebben daar weinig of geen last van. Een behandeling is dan niet nodig. Anderen zullen pijn en klachten ondervinden van één of meer van de volgende symptomen:
Hoe wordt de diagnose galblaasontsteking gesteld?
De diagnose wordt vaak gesteld op basis van het klachtenpatroon in combinatie met bloedonderzoek. Bloedonderzoek kan gedaan worden om te onderzoeken of er sprake is van een infectie/ontsteking. Daarnaast kan bloedonderzoek naar de leverfuncties een verminderde afvoer van galvloeistof aantonen. In het bloed is dan bijvoorbeeld een verhoogd gehalte bilirubine te zien.
Echo
Galstenen die in de galblaas of galwegen zitten, zijn aan te tonen op een echo. Ook een verdikking van de wand van de galblaas, als gevolg van een ontsteking, is te zien op een echo. Een echo is beeldvormend onderzoek, waarbij gebruik gemaakt wordt van geluidsgolven. Soms geeft een echo nog onvoldoende duidelijkheid. In dat geval kan een CT-scan of MRI-scan gedaan worden. Dit zijn beeldvormende onderzoeken, waarbij nauwkeurige afbeeldingen (in doorsneden of plakjes) van de galblaas en lever gemaakt worden.
De behandeling van galblaasontsteking bestaat uit antibiotica, pijnstillers en toediening van vocht via een infuus . Wanneer de ontsteking zich ondanks de behandeling uitbreidt of terugkeert, moet de galblaas worden verwijderd. Tegenwoordig wordt deze ingreep zo snel mogelijk na de eerste verschijnselen verricht. Dit kan tijdens een laparoscopie of met een open operatie. De eerste methode heeft de voorkeur.