zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Tennisarm (tenniselleboog)

Inhoud

Epicondylitis lateralis of backhand-tenniselleboog of kortweg tennisarm is een niet-bacteriële peesontsteking in de arm. Het betreft de pezen die aanhechten aan de epicondylus lateralis van het opperarmbeen (humerus). Deze pezen zijn de uiteinden van de handstrekkers, de extensorspieren van de onderarm die onder meer zorgen voor het strekken van de pols, hand en vingers.

Er bestaan vijf types epicondylitis lateralis, te weten:

  • Irritatie van de aanhechting van de musculus extensor carpi radialis longus (type 1).
  • Irritatie van het botvlies bij de aanhechting van de musculus extensor carpi radialis brevis (type 2).
  • Irritatie van de pees van de musculus extensor carpi radialis brevis (type 3).
  • Irritatie van de spierbuik van de musuclus extensor carpi radialis brevis (type 4).
  • Irritatie van het botvlies bij de aanhechting van de musculus extensor digitorum.

Vroeger werd er van uit gegaan dat er ontstekingsstofjes aanwezig waren. Wetenschappelijk onderzoek heeft laten zien dat dit niet het geval is. Er komt steeds meer bewijs dat dit soort klachten worden veroorzaakt door triggerpoints en myofasciale pijn.

Oorzaken

De oorzaak van een epicondylitis is overbelasting van de pezen/spieren van de strekkers (extensoren) van de onderarm. Dit kan gebeuren door langdurige overbelasting waarbij de spier langdurig teveel belast wordt (Dit komt vaak voor bij beeldschermwerk door het langdurig aanspannen bij het 'muizen' en typen) of een snelle, korte, excentrische belasting.

Symptomen en diagnose

  • pijn aan de laterale zijde ("buitenkant") van de elleboog, soms uitstralend naar onderarm, pols en hand
  • drukpijn ter hoogte van de epicondylus lateralis van het opperarmbeen
  • pijn bij mobilisatie: - volledig strekken van de elleboog, - pijn bij strekken van de pols tegen weerstand.
  • (hierdoor) krachtverlies.
  • hard aanvoelende, gezwollen onderarm (zelden).

Behandeling

Een tenniselleboog gaat bij stopzetting van de (over)belasting na verloop van tijd spontaan over. De hersteltijd is variërend. Vaak kost dit wel tijd - wisselend van een paar weken tot een jaar. Met name niet/slecht gediagnosticeerde en behandelde tennisarmen kunnen langdurig aanwezig zijn. Het is niet zinvol absolute rust te houden.

Er zijn weinig behandelingen waarvan (betrouwbaar) wetenschappelijk onderzoek voldoende bewezen is dat hij significant effectiever is dan afwachten. Bij alle interventies speelt bovendien altijd het placebo-effect mee. Voor de aandoening zijn tientallen verschillende behandelingen gepropageerd. Dit is meestal een teken dat er geen een goed werkt.

Meestal worden de volgende adviezen gegeven:

  • Rust: na de rustperiode treden de klachten vaak opnieuw op. Volledige rust is bovendien niet zinvol, door een atrofie van de geïmmobiliseerde spieren.
  • ijs (cold packs);
  • Ontstekingsremmers, lokaal of oraal; van lokale NSAIDS is er enig bewijs voor werkzaamheid op de korte termijn, voor orale NSAIDS is onvoldoende bewijs voorhanden.
  • Fysiotherapie of osteopathie: fricties, mobiliseringen - het nuttig effect hiervan is in een aantal artikelen geclaimd, maar niet wetenschappelijk bewezen.
  • Dry needling: Studies bewijzen de effecten van dry needling.
  • Medical taping Medical taping werd in de jaren zeventig ontwikkeld in Japan en Korea. Hierbij wordt gebruikgemaakt van rekbare tape. Dit zorgt voor een prikkeling van de fascia waardoor o.a. pijnvermindering, verandering van aansturing van de spieren en ontspanning van de spieren plaatsvindt.
  • Orthopedische hulpmiddelen (drukorthesen etc.): nog geen conclusies mogelijk. Meer en beter opgezet onderzoek is nodig.
  • Shockwave Ook voor shockwave therapie wordt steeds meer bewijs gevonden.

Meer agressieve behandelingen zijn bijvoorbeeld:

  • cortisone-injectie - hiervan is inderdaad aangetoond dat de klachten op korte termijn (na 2 weken) significant gedaald zijn t.o.v. een niet behandelde controlegroep; op lange termijn (6 weken) verdwenen de positieve effecten weer, mogelijk mede door een hervatten van de oorzakelijke beroepsactiviteit.
  • operatieve behandeling: release van de peesaanhechting; bij falen van de overige behandelingsmogelijkheden. Het nut hiervan is onbewezen, aangezien hierover verricht onderzoek (waarbij vrij hoge succespercentages werden geclaimd van 70-80%) geen gebruik maakte van een controlegroep. Bovendien gaat de patiënt na zulke behandeling gedurende langere tijd de mogelijk oorzakelijke beroepsactiviteit niet meer uitoefenen, waar men in deze studies niet steeds rekening houdt. Ook is hierbij een placebo-effect niet uit te sluiten.
  • schokgolftherapie. Uit meta-analyse van negen onderzoeken hierover bleek geen nuttig effect.
  • acupunctuur. Geen duidelijk effect maar niet voldoende materiaal voor een oordeel.

Conclusie

Een tennisarm wordt mogelijk veroorzaakt door een repetitieve en excentrische overbelasting. Er komt steeds meer bewijs dat er behandeling mogelijk is.

De beste behandeling voor deze - vaak beroepsmatige - aandoening is mogelijk een preventief beleid, waarbij men door middel van ergonomische maatregelen de oorzakelijke activiteiten met repetitieve overbelasting van de elleboog gaat vermijden. Of een dergelijk beleid effect heeft is echter evenmin ooit bewezen en bij de meeste mensen met een tenniselleboog is geen sprake van een duidelijke overbelasting in de periode voor de aandoening.