zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Open been

Inhoud

Het open been of ulcus cruris ('zweer op het onderbeen') is een wond op het onderbeen of de enkel die niet wil genezen.
Op de plek van de wond verdwijnt de normale huid. Er ontstaat een open plek. Deze plek is vaak met een soort pus of een korst bedekt. De wond kan in het begin ook zwart zijn. Dit is afgestorven huid.

Oorzaken

Er zijn verschillende oorzaken. Vaak komt het door een probleem met de bloedvaten in het been. Een bloedvat van het hart naar het been kan dicht zitten. Deze bloedvaten heten slagaders. Er stroomt dan onvoldoende bloed naar de huid van het been. Een wond geneest dan niet goed.

Er lopen ook bloedvaten voor het afvoeren van het bloed van het been naar het hart.
Deze bloedvaten heten aders. In deze aders zitten kleppen.
Als die kleppen kapot zijn, dan stroomt het bloed terug in de benen in plaats van naar het hart. Hierdoor komt er meer en meer vocht in de benen. De huid op de benen komt dan strak te staan. Hierdoor kan de huid na een beschadiging niet goed genezen. Zo ontstaat een open been. Niet goed werkende aders is de meest voorkomende oorzaak van een open been.

Symptomen

Een moe, zwaar gevoel in de benen is vaak het eerste verschijnsel van een afvoerstoornis van de bloedvaten. In de loop van de dag worden de enkels dikker door vochtophoping (oedeem). Na verloop van tijd worden uitgezette adertjes en spataderen zichtbaar. Er kunnen bruine verkleuringen en eczeemplekken ontstaan. Ook kunnen onderhuidse verhardingen optreden. Uiteindelijk ontstaat er een wond: een open been. De wond is meestal niet pijnlijk, maar kan wel stinken en veel vocht produceren, wat vervelend kan zijn voor zowel de patiënt als de omgeving. De wond bevindt zich in de regel rond of vlak boven de binnenkant van de enkel.

Behandeling

Het belangrijkste bij een open been is om te zorgen dat het bloed niet in het been blijft zitten. Hiervoor kan een zwachtel of steunkous helpen. De zwachtel geeft stevige druk op het onderbeen. Als u uw kuitspier gebruikt, wordt het bloed naar boven gepompt. Het verband werkt daarom alleen goed als u veel loopt.

De wond zelf kunt u (of een verpleegkundige) verzorgen met zalf. De arts geeft u een recept. Soms is het nodig om wondvocht, etter en pus af te voeren met een klein buisje. Dit heet draineren. Als de wond vuil is krijgt u waarschijnlijk een compres (bijvoorbeeld met azijnzuuroplossing) op de wond.

Soms is behandeling met een zwachtel of steunkous alleen niet genoeg. Dan krijgt u ook een huidtransplantatie. Hierbij legt de arts een stukje huid van een andere plaats (meestal het bovenbeen) over de open wond. Door de nieuwe huid kan de wond dichtgroeien.

Een andere mogelijkheid is vacuümtherapie. De arts zuigt de wond dan vacuüm met een pomp. Doordat er geen lucht bij de wond komt, geneest de wond sneller. Bovendien kan de pomp wondvocht wegzuigen.

Geneest een open been niet, dan kan de arts een dotterbehandeling doen. Dat gebeurt bij vernauwingen in een slagader.