zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Onvruchtbaarheid

Inhoud

Onvruchtbaarheid of infertiliteit is de term gebruikt bij het onvermogen tot voortplanting. Er is sprake van infertiliteit als na een jaar geregelde seks zonder voorbehoedsmiddelen een vrouw in de vruchtbare leeftijd niet zwanger is geworden. Wanneer er sprake is van verminderde vruchtbaarheid wordt dit subfertiliteit genoemd.

In Nederland heeft 10-15% van de paren met een kinderwens problemen om volgens de natuurlijke weg kinderen te krijgen.

Oorzaken

Er kunnen verschillende oorzaken zijn van onvruchtbaarheid. In 30% van de gevallen ligt de oorzaak bij de vrouw, in eveneens 30% van de gevallen ligt de oorzaak bij de man, in 10% ligt het aan beiden en in 30% van de gevallen is er geen oorzaak te vinden (idiopathische subfertiliteit).

Er zijn een aantal leefstijlfactoren en lichamelijke factoren die een rol kunnen spelen.

Onvruchtbaarheid bij de man
Het eerste wat een specialist vaak doet bij een onderzoek naar vruchtbaarheid is een microscopisch onderzoek van het sperma. Dit is nodig om te bekijken of er voldoende gezonde zaadcellen aanwezig zijn. Oorzaken van een lage zaadproductie kunnen zijn: koorts, overmatig gebruik van alcohol en drugs, roken, bepaald medicijngebruik, niet ingedaalde zaadballen, werken met chemicaliën en lood, tekort aan mineralen en vitaminen, de bof, te hoge frequentie van zaadlozingen en verhoogde temperatuur (door bijvoorbeeld strak ondergoed, sauna's, te hete baden of een elektrische deken). Ook een afwijking aan de penis kan tot gevolg hebben dat de man verminderd vruchtbaar is. Tot slot kan sprake zijn van seksuele problemen.

Onvruchtbaarheid bij de vrouw
Bij een vrouw wordt als eerste onderzocht of er sprake is van een eisprong (ovulatie). Tevens kan een bloedonderzoek, een echoscopie, een laparascopie (inspectie van de buikholte) of een hysterosalpingografie (röntgenfoto van baarmoederholte en eileiders) worden uitgevoerd.
De volgende factroren kunnen een rol spelen:

  • Stoornissen in de menstruele cyclus.
  • Polycysteus-ovariumsyndroom (PCO-syndroom): verstoorde rijping van de eiblaasjes en uitblijven van de eisprong.
  • Premature menopauze of prematuur ovarieel falen (POF): vervroegd in overgang raken.
  • Verminderde eicelvoorraad of eicelkwaliteit: bijvoorbeeld door een hogere leeftijd.
  • Tubapathologie: Afwijkingen in de eileiders.
  • Endometriose: Woekeringen van het baarmoederslijmvlies.
  • Afwijkingen aan de baarmoeder: bijvoorbeeld vleesbomen of verklevingen.
  • Cervixfactor: Problemen met baarmoederhalsslijm.
  • DES-dochters: Een afwijking die sinds 1977 niet meer voorkomt waarbij afwijkingen ontstonden tijdens de zwangerschap. Hierdoor waren de zogenaamde DES-dochters verminderd vruchtbaar.
  • Herhaalde miskramen: Bijvoorbeeld door een chromosoom afwijking of een auto-immuunafwijking.
  • Seksuele problemen.
  • Idiopatische subfertiliteit: Onbegrepen onvruchtbaarheid.

Diagnose

Een onderzoek naar de vruchtbaarheid wordt een Oriënterend fertiliteit onderzoek (OFO) genoemd.
Bij het bezoek aan de huisarts zal deze een aantal vragen stellen betreffende de menstruatie, doorgemaakte ziektes of infecties en eventuele eerdere zwangerschap. Tevens zal hij vragen stellen over de leefstijl (overgewicht, roken, drugs- en/of alcoholgebruik). Bij zowel de man als de vrouw wordt soms een lichamelijk onderzoek uitgevoerd. Meestal gebeurt dit echter pas na verwijzing naar een specialist. Bij de vrouw wordt het bloed onderzocht, bij de man het sperma. Dit bloedonderzoek kan bij de vrouw uitwijzen of sprake is van bepaalde hormoonstoornissen.

Soms zal de vrouw een temperatuurlijst bijhouden om te bekijken of zij ovuleert. Meestal is op basis van de cyclus en bloedonderzoek voldoende informatie voorhanden om vast te stellen of er een ovulatie is, en is temperaturen niet nodig. Tevens kan bij de vrouw door middel van een vaginale echo de eierstokken en de baarmoeder in beeld worden gebracht. Via een kijkoperatie of een röntgenfoto met contrast kunnen de eileiders en baarmoeder worden onderzocht.

Bij de man zal het sperma worden onderzocht. Hierbij wordt gekeken naar de hoeveelheid zaadcellen, de beweeglijkheid en de vorm.

Sims-Hühner-test
De Sims-Hühner-test of samenlevingstest is een test waarbij de functie van de baarmoedermond wordt getest. Er wordt onderzocht of de dag na de geslachtsgemeenschap genoeg zaadcellen zijn doorgedrongen in het baarmoederslijmvlies. Het kan zijn dat het slijm taai is in plaats van dun of dat de omgeving in de schede zuur is. Hierdoor kunnen zaadcellen niet of slecht door het slijm zwemmen. Voorafgaand aan de test moet de spermakwaliteit bekend zijn zodat uitgesloten is dat een probleem bij de man de oorzaak van een slechte testuitslag is.

Behandeling

De behandeling is afhankelijk van de gevonden oorzaak. Als sprake is van hormoonstoornissen dan kunnen hormoonbehandelingen helpen. Bij vermoedens van een infectie worden antibiotica voorgeschreven. Veel oorzaken kunnen met medicijnen worden behandeld en soms is een operatie nodig. Als de oorzaak bij de man ligt dan hebben de behandelingsmogelijkheden vaak als doel het verbeteren van de sperma kwaliteit. Als de oorzaak bij de vrouw ligt zijn er verscheidene behandelmogelijkheden variërend van een hormoonbehandeling tot een eileideroperatie.

Behandeling kan verder bestaan uit:

  • Ovulatie-inductie (OI): Een hormonale behandeling die wordt toegepast wanneer de vrouw zelf geen of zeer lage frequentie van ovulaties heeft.
  • Intra-uteriene inseminatie (IUI): Dit is een behandeling waarbij bewerkt zaad van de eigen partner in de baarmoederholte wordt gebracht.
  • In-vitro fertilisatie (IVF): Hierbij vindt de bevruchting in het laboratorium plaats, waarbij de bevruchte eicel in de baarmoeder wordt geplaatst om een zwangerschap tot stand te brengen.
  • Intra-cytoplasmatische sperma injectie (ICSI): Een IVF-behandeling waarbij een geselecteerde zaadcel rechtstreeks in de eicel wordt geïnjecteerd.