zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Nierfalen

Inhoud

Nierfalen of nierinsufficiëntie is de situatie die ontstaat als de nieren niet meer, of nauwelijks meer, werken. Bij chonisch nierfalen zijn de nieren niet meer voldoende in staat de afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen. Vaak (maar niet altijd) hebben personen met chronisch nierfalen ook afwijkingen bij het urineonderzoek zoals te veel eiwit of rode bloedcellen in de urine.

glomerulaire filtratiesnelheid (GFR)
De uitscheiding van afvalstoffen kunnen we schatten door de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) of door de creatinineklaring in bloed- en urine¬onderzoek te meten. De GFR-waarde en creatineklaring geven aan hoe goed de nieren functioneren en in welk stadium de nierziekte zich bevindt. De normaal¬waarde voor GFR en creatinine¬klaring op middelbare leeftijd is ongeveer 100 ml/minuut. De nierfunctie neemt, ook bij patiënten zonder nierziekten, tijdens het ouder worden geleidelijk af. Op 80-jarige leeftijd is de normaalwaarde voor GFR ongeveer 60 ml/minuut.

Oorzaken

Nierfalen kan diverse oorzaken hebben. Nierfalen kan het gevolg zijn van een acute situatie of van chronische problemen.

Acute nierproblemen
Bij acute nierproblemen ontstaan de klachten erg snel: binnen enkele uren, dagen of weken. De nieren produceren minder of geen urine meer en de urine kan een roodbruine kleur krijgen. Doordat het lichaam vocht vasthoudt, gaat de bloeddruk omhoog. Het overtollige vocht kan leiden tot kortademigheid, benauwdheid en vochtophoping onder de huid (oedeem). Daarnaast kan er misselijkheid optreden en een vermindering van de eetlust.
De behandeling is gericht op herstel van de nierfunctie.

Chronische nierproblemen
Bij chronische nierproblemen werken de nieren gedurende langere tijd minder goed. Er wordt dan ook wel gesproken over chronisch nierfalen. Bij chronisch nierfalen is er blijvende schade aan het nierweefsel. Dit kan het gevolg zijn van een nierziekte of een complicatie bij een andere aandoening. Het doel van de behandeling is de achteruitgang in nierfunctie te stoppen of zo veel mogelijk te vertragen.

Symptomen

Klachten van nierfalen treden meestal pas op bij een GFR onder 25 ml/minuut. De nierfunctie is dan al ernstig gestoord. De meest voorkomende klachten zijn vermoeidheid, slechte eetlust, misselijkheid, slecht slapen, hoofdpijn door een verhoogde bloeddruk en vocht vasthouden in de benen. Veel mensen met nierfalen en een GFR onder 25 ml/min klagen over jeuk. Bij mannen ontstaat soms impotentie en zowel mannen als vrouwen hebben vaak minder zin in seks.

Behandeling

Sommige oorzaken, zoals ontstekingen van de nieren, problemen met bloedvaten, of infecties aan de urinewegen kunnen verholpen worden. In veel gevallen in de oorzaak echter niet te verhelpen en zijn de gevolgen onomkeerbaar.

Acuut nierfunctieverlies
Bij acuut nierfunctieverlies is onmiddellijke behandeling nodig om de nierfunctie weer op gang te brengen.

  • Als het nierfunctieverlies komt door slechte doorbloeding van de nier, wordt geprobeerd om die te herstellen.
  • Bij een verstopping in de urinewegen, wordt met een katheter de urine afgevoerd.
  • Als de nierfunctie zich niet snel herstelt, is (tijdelijke) dialyse nodig.

Chronisch nierfalen
Als de nierfunctie nog maar 30 of 40% is, zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk. De behandeling is gericht op het vertragen van de verslechtering van de nierfunctie en op het voorkomen of verminderen van complicaties:

  • Een zoutbeperkt dieet is een belangrijk onderdeel van de behandeling.
  • Een ander doel is om de afvalstoffen in het bloed niet onnodig te laten oplopen. Dat gebeurt via een dieet waarbij iemand niet meer eiwitten eet dan het lichaam nodig heeft. (De hoeveelheid eiwitten in de dagelijkse voeding is meestal veel hoger dan nodig.)
  • Om vochtophoping tegen te gaan kunnen plasmiddelen worden voorgeschreven.
  • Met fosfaatmiddelen en vitamine D worden de hormonale veranderingen opgevangen.
  • Injecties met EPO worden gegeven om bloedarmoede tegen te gaan.

Bij een nierfunctie van 10 - 15% is een behandeling nodig die de nierfunctie overneemt. Dat kan door dialyse of transplantatie.

Dialyse
Dialyse is de uitwisseling van in water opgeloste stoffen door een semipermeabel membraan. Vaak wordt dialyse gebruikt als synoniem voor hemodialyse, een van de bestaande nierfunctievervangende therapieën.

Niertransplantatie
De nier die getransplanteerd wordt, kan op twee manieren worden verkregen. Van een overleden donor of van een levende donor. Deze laatste kan een familie­lid, partner, goede vriend of anonieme donor zijn