Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten. Al deze verschillende soorten kanker hebben één gemeenschappelijk kenmerk: een ongeremde deling van lichaamscellen.
Celdeling
In ons lichaam vinden miljoenen celdelingen per dag plaats. Er kan hierbij iets mis gaan, bijvoorbeeld door toeval of door blootstelling aan schadelijke invloeden (zoals roken of overmatig zonlicht). Doorgaans zorgen bepaalde ?reparatiegenen? voor herstel van de schade. Echter, soms faalt dat beschermingssysteem. Dan gaan genen die de deling, groei en ontwikkeling van een cel regelen, fouten vertonen. Treden er meerdere van dat soort fouten op, dan gaat een cel zich overmatig delen en ontstaat er een gezwel of tumor. Een tumor is een ander woord voor gezwel.
Een knobbeltje in ons lichaam kan wijzen op kanker, maar ook op een ongevaarlijke tumor (een gezwel of cyste). Wat is het verschil?
Kankercellen zijn in vergelijking met gezonde cellen zeer afwijkend van vorm. Ze zijn door middel van verschillende onderzoeksmethoden goed te traceren. Voorbeelden hiervan zijn biopsie, scopie, punctie, röntgenfotografie middels contrastvloeistof en (MRI)scans.
Behandeling vindt overwegend op drie manieren plaats:
Vaak vindt er een combinatie plaats van twee of drie behandelmethoden.