zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Intra-uteriene vruchtdood

Inhoud

Wanneer een baby vanaf de 16e zwangerschapsweek (112 dagen) en vóór het op gang komen van de bevalling in de baarmoeder sterft, noemen we dit een intra-uteriene vruchtdood. Intra-uteriene betekent binnen-baarmoederlijk. Als je je kindje verliest vóór de zestiende week van de zwangerschap, noemen we dit een miskraam.
Het komt voor in 1% van de zwangerschappen (zo?n 1300 tot 1500 keer per jaar in Nederland). De moeder merkt het meestal als eerste doordat ze het kind niet meer voelt bewegen.

Wanneer de moeder merkt dat het kind niet meer beweegt, betekent dat overigens lang niet altijd dat het kind overleden is. Het is wel een aanwijzing om naar de arts of verloskundige te gaan. Als de harttonen dan niet meer te horen zijn, wordt aangenomen dat de kans groot is dat het kind overleden is. Onderzoek met geluidsgolven is vaak nodig om zekerheid te krijgen. Ook kan men de urine controleren op zwangerschapshormoon.

Oorzaak

60 procent van de gevallen van intra-uteriene vruchtdood wordt veroorzaakt door problemen met de placenta, zoals bij ernstige vormen van zwangerschapshypetensie of bij een loslatende placenta. In 13 procent van de gevallen betreft het afwijkingen in het erfelijk materiaal die niet verenigbaar zijn met het leven.

Andere, minder vaak voorkomende oorzaken zijn:

  • Rhesusantagonisme en bloedgroepantagonisme: antistoffen in het bloed van de moeder breken het bloed van de baby af.
  • Infecties: zoals toxoplasmose , listeriose en rodehond.
  • Ernstige vormen van het tweelingtransfusiesyndroom (TTS)

Symptomen

Als je baby overlijdt in je buik, voel je geen beweging meer. Het 'leven voelen'is weg. Mogelijke andere verschijnselen zijn afhankelijk van de oorzaak. Een loslatende placenta bijvoorbeeld veroorzaakt hevige buikkrampen en bloedverlies. Een infectie kan bestaan zonder dat je dat merkt. Het overlijden komt dus soms pas bij een controle aan het licht. Sommige vrouwen geven aan dat ze op een dieper niveau aanvoelen dat hun baby niet meer leeft.

Behandeling

Als ontdekt wordt dat een baby in de baarmoeder gestorven is, wordt vaak eerst een paar dagen gewacht. Dat is voor de moeder (en vader) vaak een zware periode. De gynaecoloog leidt de bevalling meestal in. Eerst wordt de baarmoedermond rijp gemaakt met een vaginale gel en de dag daarna wordt een infuus aangebracht. Dit hoeft niet pijnlijk te zijn, een injectie kan via het been worden toegediend of via een ruggenprik. Meestal wordt de baby dezelfde dag geboren, maar het kan ook wat langer duren.

Onderzoek
Belangrijk is dat de ouders nadenken of ze willen dat de baby na de geboorte onderzocht wordt of niet. Dit onderzoek heet obductie of sectie. De placenta wordt altijd onderzocht en er wordt wat bloed afgenomen om eventuele infecties of bijvoorbeeld stollingsafwijkingen op te sporen. Een obductie is een gedetailleerd onderzoek naar de doodsoorzaak. De uitkomsten van een dergelijk onderzoek kunnen helpen bij het aanvaarden van het overlijden. Bij zo'n onderzoek kan men ook kijken naar erfelijke aspecten, dit in verband met een eventuele volgende zwangerschap. Een obductie zou ook kunnen bijdragen aan een beter inzicht in ziekten van pasgeborenen, zodat de zorg voor zieke pasgeborenen verder kan verbeteren. Als er bezwaren zijn tegen een obductie, kan men altijd weigeren.

Verwerking
De meest gehoorde reactie van ouders wanneer zij te horen krijgen dat hun kind overleden is of een ernstige afwijking heeft, is: "Dat kan niet waar zijn", "Dat overkomt óns toch niet". Ouders willen en kunnen zich niet realiseren dat dit kind niet meer leeft, niet levensvatbaar is of een zeer ernstige afwijking heeft. Dit gevoel van ongeloof en ontkenning, dat nogal eens gepaard gaat met een gevoel van grote leegte, duurt meestal kort maar kan ook dagen of weken blijven bestaan.

Ouders zoeken vaak een schuldige voor de dood van hun kind. Dat kan om het even wie zijn: de arts, de verloskundige, hun partner, de werkgever, maar ook het kind of zichzelf. Ook kan hun boosheid zich richten op een hogere macht (God, het Noodlot). De vraag naar het ?waarom? staat dan op de voorgrond. Ouders zoeken oorzaken voor de slechte afloop. Niet zelden hebben vooral vrouwen een gevoel van schuld of tekortschieten. Het is heel belangrijk deze gevoelens te uiten bij vrienden, familie en hulpverleners: dat lucht vaak op.

Bijna alle ouders hebben hevig verdriet met gevoelens van wanhoop en leegte. Ze zijn heel erg bezig met het beeld van het dode kind en met het verlies van alle toekomstverwachtingen. Toch zijn de emoties van hevig verdriet een gezond, natuurlijk en noodzakelijk onderdeel van het rouwen. Niet zelden treden ook lichamelijke of psychische klachten op. Verdriet steekt vaak ook later weer de kop op, zoals bij de uitgerekende geboortedatum, bij de 'verjaardagen' van het overlijden, of bij de geboorte van een kind in de nabije omgeving.

Het verlies van een dierbare en zeker van een eigen kind vraagt meestal een lange en intensieve rouwperiode. Verdriet uit zich bij ieder mens verschillend; er bestaat geen algemene manier van rouwen. Het is belangrijk dat u dit verdriet bij uzelf toelaat, het durft te ervaren en het met elkaar en met anderen uit uw nabije omgeving deelt. Dit alles heeft tijd nodig. Eerst moet u de realiteit van het verlies aanvaarden. De pijn zal eerst heel hevig zijn, maar gaandeweg aan scherpte verliezen. Langzamerhand krijgt uw kind krijgt een eigen plaats en u kunt het geleidelijk loslaten. Er komt weer ruimte voor andere mensen, andere bezigheden en plannen voor de toekomst.