zorgaanbieders
Zorgaanbieders
Zoek en vind uw zorgaanbieder bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Informatie over Horner syndroom

Inhoud

Het syndroom van Horner is een stoornis van het sympathische zenuwstelsel en wordt ook wel het syndroom van Claude-Bernard of oculopupillair syndroom genoemd.
Het syndroom van Horner kan aangeboren of verworven zijn. Het is geen op zichzelf staande afwijking, maar een uiting van een bepaalde achterliggende aandoening.

Bij het syndroom van Horner zijn er verschijnselen aan één zijde van het gezicht:

  • Ptosis: het ooglid van het aangedane oog hangt naar beneden.
  • Miosis: de pupil is kleiner en reageert minder goed op licht.
  • Enophthalmus: het lijkt vaak alsof het aangedane oog dieper in de oogkas ligt.
  • Anhidrosis: de huid rondom het oog, voorhoofd en wang kan niet meer zweten, waardoor deze droog aanvoelt.
  • Harlekijnsymptoom: Soms kan de aangedane helft van het gelaat niet rood kleuren, bijvoorbeeld bij persen, dit wordt het genoemd.
  • Een verschil in kleur van de iris (het regenboogvlies). Dit komt alleen voor wanneer het syndroom van Horner vóór de leeftijd van twee jaar ontstaat. De iris van het aangedane oog blijft vaak de rest van het leven blauw door het ontbreken van pigment.

Oorzaak

Het syndroom komt voor bij:

  • Een ernstige vorm van cluster hoofdpijnen.
  • Afsluiting van of verwijderinge halsslagader.
  • De ziekte van Reckling hausen.
  • Schildkliercarcinoom
  • Longcarcinoom: vooral wanneer deze zich in de top van de long bevindt.
  • Multiple Sclerose.
  • Een aangeboren hetero chromie.

Diagnose

Op basis van de medische gegevens en de symptomen wordt de diagnose gesteld. Daarna volgt een lichamelijk onderzoek. Door middel van bepaalde oogdruppels wordt de pupilreactie gemeten. Vaak worden een CT-scan en MRI scans om aanvullende informatie te verkrijgen.

Behandeling

Behandeling is gericht op het vinden van de onderliggende oorzaak en deze te genezen. Of de symptomen van het syndroom van Horner zullen verbeteren of zelfs verdwijnen, is afhankelijk van de onderliggende oorzaak en de mogelijkheden om deze te genezen. Niet voor elke oorzaak bestaat een behandeling. Lukt het om de oorzaak te behandelen, maar heeft de zenuw lange tijd bekneld gezeten, dan kan het nog vele maanden duren voor de symptomen van het syndroom van Horner verbeteren. Bij ernstige beschadiging verdwijnen de symptomen zelfs helemaal niet.
Jonge kinderen met het syndroom van Horner lopen de kans een lui oog te krijgen doordat het ooglid hangt en de pupil wat kleiner is.
De verschijnselen die twee jaar na het ontstaan van een syndroom van Horner nog aanwezig zijn, zijn meestal blijvend.