Uitgelichte colitis ulcerosa specialisten
Hr H.B. Burggraaff en Mw M.L. Bos, verloskundige huisartsen
Amsterdam,
Noord-Holland
Den Haag,
Zuid-Holland
Emmen,
Drenthe
Maassluis,
Zuid-Holland
De Bilt,
Utrecht
Huisartsenpraktijk M.J.O. Kreuger
Stede Broec,
Noord-Holland
Vind een colitis ulcerosa specialist in uw regio
Informatie over colitis ulcerosa
Colitis Ulcerosa
Colitis ulcerosa is een ontstekingsziekte (-itis) van de dikke darm (het colon) die met zweervorming (ulcera) gepaard gaat. Samen met de ziekte van Crohn is het de belangrijkste chronische darmontsteking.
IBD en IBS
De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn beide chronische aandoeningen van het maagdarmkanaal. Zij worden ook wel chronische inflammatoire (= ontstekingsachtige) darmziekten genoemd. In het Engels wordt de term IBD (Inflammatory bowel disease), gebruikt. De term IBD moet echter niet verward worden met de afkorting IBS ('Irritable Bowel Syndrome'), de zogenaamde spastische darm waarbij geen ontsteking aanwezig is. Dit laatste komt veel meer voor en is lastig maar onschuldig.
Wat is colitis ulcerosa?
Colitis ulcerosa is een chronische ontsteking van het slijmvlies van de dikke darm. In tegenstelling tot de ziekte van Crohn komt het alleen in de dikke darm (colon) voor. Colitis ulcerosa begint altijd in de endeldarm en kan zich langzaam over de hele dikke darm uitbreiden. Bij 75% van de patiënten beperkt de ontsteking zich tot het linkerdeel van de dikke darm (het dalende deel). Ook zijn er mensen die alleen een ontsteking van de endeldarm hebben (proctitis). De belangrijkste klachten zijn diarree-aanvallen en bloed bij de ontlasting. Vaak klaagt de patiënt over buikpijn, vermoeidheid en koorts. Periodes met deze klachten gaan vaak spontaan weer over, waardoor patiënt en dokter denken dat de 'buikgriep' genezen is. Wanneer de symptomen echter langere tijd bestaan of terugkomen moet altijd aan de diagnose colitis ulcerosa gedacht worden. Verschijnselen van ontsteking buiten de dikke darm zijn bij colitis ulcerosa zeldzaam. In ongeveer 5% van de gevallen kunnen huid-, oog- en gewrichtsklachten optreden en ontsteking van het leverweefsel. Meestal gaan deze verschijnselen gepaard met vermeerderde activiteit van de colitis.
Oorzaken
De exacte oorzaak van colitis ulcerosa is onbekend. Wel zijn verschillende factoren bekend die er aan bijdragen.
- Abnormale samenstelling van de microflora (bacteriën in de darmen).
- Afwijkingen van de epitheelcellen.
- Verminderde beta-oxidatie. (Speelt een rol bij de afbraak van vetzuren).
- De wand van de cellen is makkelijker doordringbaar; ze zijn minder goed beschermd.
- Bij onderzoek van darmwandbiopten van mensen met IBD stelde men verhoogde oxidatie vast. Recent is een artikel gepubliceerd dat een theoretisch model voorstelt dat deze verhoogde oxidatie mogelijk kan verklaren. Er wordt met name gesteld dat de darmwandcellen van mensen met colitis ulcerosa over een ontoereikend vermogen beschikken om het antioxidanten potentiaal op peil te houden. Als gevolg daarvan is er onvoldoende verweer tegen toxische elementen uit de omgeving die in de darm terechtkomen, zodat er in de darmwandcellen verhoogde oxidatieve stress ontstaat met ulceraties en bloedingen tot gevolg. Er wordt ook verband gelegd tussen deze oxidatieve stress en carcinogenese.
- Butyraat (een stofwisselingsproduct) kan niet als voedingsstof door deze cellen worden gebruikt waardoor sommige afsterven.
- Afwijkingen in de genen voor bepaalde receptoren waardoor deze epitheelcellen vatbaarder zijn voor bacteriën.
- De cellen hebben een tekort aan van nature voorkomende antibacterieel werkende stoffen (defensines).
- Erfelijkheid.
- CU komt in sommige families veel voor.
- Bij gezinsleden vertoont de ziekte vaak hetzelfde beloop.
- Veelvuldig voorkomen van de ziekte bij bepaalde etnische groepen. (vb. Asjkenazische Joden)
- Stress.
- Voeding.
- Appendectomie.
De diagnose
Het stellen van de diagnose duurt wel eens enige maanden. Soms is het in het begin nog niet goed duidelijk of er inderdaad sprake is van een chronische darm ontsteking. Aan de andere kant komt het voor dat de diagnose wordt gesteld tijdens een (spoed) operatie bijvoorbeeld omdat een blindedarmontsteking wordt vermoed. Bij gerichte verdenking (bloederige diarree meer dan een week of twee) zal de arts meestal een bloedonderzoek en een korte coloscopie aanvragen waarmee de diagnose vaak al binnen een week rond is. Anamnese Eerst zal de arts met aanvullende vragen proberen een beter beeld krijgen van de klachten. Dat zijn vragen over de aard en de duur van de buikpijn en de diarree, over eventueel gewichtsverlies, afwijkingen rond de anus en klachten van huid, gewrichten en ogen. Ook wordt meestal gevraagd naar het voorkomen van deze klachten in de omgeving of bij familieleden. Lichamelijk onderzoek Ook al worden er vaak geen afwijkingen gevonden, het lichamelijk onderzoek blijft belangrijk. Het gewicht, de algemene indruk en het onderzoek van ogen, gewrichten, huid en vooral van buik en anus zijn belangrijk voor diagnose en behandeling. Daarnaast wordt gelet op fistels of andere afwijkingen rond de anus. Laboratoriumonderzoek Allereerst wordt het bloed onderzocht. Bloedonderzoek bestaat meestal uit kijken of er sprake is van bloedarmoede (hemoglobinegehalte of Hb), van een ontsteking (bloedbezinking of BSE) of van een slechte voedingstoestand (albuminegehalte). Een extra hulpmiddel in de diagnose is het bepalen van p-ANCA antistoffen (perinucleair antineutrophil cytoplasmatic antibodies) en antistoffen tegen bakkers-en biergist (zogeheten anti-Saccharomyces cerevisiae antibodies, ofwel ASCA). Meer dan de helft van de patiënten heeft deze p-ANCA antistoffen. Positieve p-ANCA antistoffen i.c.m. negatieve ASCA antistoffen, is suggestief voor colitis ulcerosa. Indien andersom (negatieve p-ANCA en positieve ASCA), kan dit passen bij de ziekte van Crohn. Toont het bloedonderzoek verder geen afwijkingen aan, dan is IBD minder waarschijnlijk, maar niet onmogelijk. De ontlasting wordt meestal onderzocht om andere oorzaken van de klachten uit te sluiten. Dat kan bijvoorbeeld een infectie zijn met bacteriën, parasieten of wormen. Soms wordt gevraagd de ontlasting gedurende enige dagen op te sparen om te onderzoeken of het vetgehalte hierin verhoogd is. Dat kan een teken zijn van een gestoorde vetopname. Endoscopie De endoscopie is meestal het onderzoek waarmee de diagnose wordt gesteld of verworpen. Met behulp van een flexibele endoscoop, een dunne en soepele slang, kan het inwendige van de dikke darm en een deel van de dunne darm in beeld worden gebracht. Op deze manier kan zichtbaar worden gemaakt of, en waar, er een ontsteking is. Daarbij kunnen met een tangetje kleine weefselstukjes (biopten) worden weggenomen om onder de microscoop te onderzoeken. Het endoscopisch beeld van de darm, gecombineerd met microscopisch onderzoek van de genomen biopten leveren samen de diagnose. Voordat een endoscopie plaats kan vinden, moet de darm eerst zo goed mogelijk geleegd worden. Zo kan een optimaal onderzoek van de binnenkant van de darmwand plaatsvinden. Dit leegmaken gebeurt bij een volledige coloscopie meestal de dag voor het onderzoek. De patiënt drinkt dan een laxeervloeistof en mag die dag verder alleen vloeibaar voedsel gebruiken. Vlak voor het onderzoek wordt vaak nog een klysma toegediend. Via de anus wordt hierbij een vloeistof ingebracht om de resterende ontlasting te verwijderen. Bij een "korte coloscopie" is dit vaak het enige wat nodig is. Röntgenonderzoek Röntgenonderzoek, echografie en CT-scans zoals hieronder besproken zijn slechts bij hoge uitzondering nodig of behulpzaam bij de diagnostiek van colitis ulcerosa. Dit wordt vooral uitgevoerd voor het onderzoek van de dunne darm. Meestal wordt door een dunne sonde, via een neusgat, contrastvloeistof in de dunne darm gebracht. Daarna worden foto's gemaakt. Op deze manier kan onderzocht worden of er een ontsteking of een vernauwing (stenose) is in de dunne darm en of er verbindingen tussen darm en andere organen bestaan (fistels). Ook hier geldt weer dat de darm zo goed mogelijk geleegd dient te zijn. Ook van de dikke darm kan een foto worden gemaakt. Dit heet een 'X-Colon'. Hierbij wordt bariumpap met een kleine sonde via de anus in de dikke darm gebracht. Vervolgens worden röntgenfoto's gemaakt. Echografie Echografie wordt soms toegepast bij IBD om te zien of de darmwand verdikt is en of er een ontsteking is buiten de darm. Nadat de huid is ingesmeerd met een ultrageluid geleidende gel, gaat de arts met een apparaatje over de buikwand. Dat apparaatje zendt geluidsgolven uit die weer worden teruggekaatst, vandaar de naam 'echo'. Deze echo wordt opgevangen en omgezet in een beeld op de echograaf. CT-scan Een CT-scan wordt vooral gemaakt om te onderzoeken of er een abces (pus in een holte) is in de buik. De dag voor het onderzoek drinkt de patiënt contrastvloeistof. Op de dag zelf wordt de patiënt in liggende houding door een röntgenapparaat geschoven. De radiodiagnostisch laborant maakt zo foto's van de buik waarop de inwendige organen in detail kunnen worden bestudeerd.
De behandeling
Medicijnen Vaak zal na het stellen van de diagnose een behandeling met medicijnen worden gestart. Deze medicijnen dienen enerzijds om de ontsteking af te remmen. Anderzijds onderdrukken ze het ontstaan van nieuwe ontstekingen. Daarnaast worden vaak medicijnen voorgeschreven om bloedarmoede en diarree tegen te gaan. Een IBD-patiënt moet dus in het algemeen langdurig worden behandeld met geneesmiddelen en ook langdurig door een specialist worden begeleid. De behandeling van IBD wordt symptomatisch genoemd, gericht op remming van de ontsteking. Dit betekent dat de behandeling de klachten en verschijnselen onderdrukt, maar de ziekte zelf niet geneest. Ongeveer 80% van de IBD-patënten gebruikt langdurig medicijnen. Naast gunstige effecten, kunnen in sommige gevallen ook bijwerkingen optreden. Dit is een van de redenen waarom bij langdurig gebruik van geneesmiddelen regelmatig het bloed wordt gecontroleerd. De keuze van medicijnen is afhankelijk van de ernst van de ontsteking en van de plaats. Zo zijn er medicijnen die voornamelijk werken in de dunne darm. Andere werken juist in het laatste gedeelte van de dikke darm. Medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend: via de mond, via een bloedvat of via de anus met een zetpil of een klysma. Daarnaast zijn er medicijnen die op een bepaalde plaats in het lichaam werken en andere die in het hele lichaam werken. De toedieningswijze van een medicijn is afhankelijk van de plaats waar de ontsteking zich bevindt. De belangrijkste geneesmiddelen zijn:
- Salazopyrine: Het oudst bekende middel tegen IBD, ontstekingsremmend, tabletvorm.
- 5-ASA preparaten: Het actieve bestanddeel van salazopyrine, ontstekingsremmend, tabletvorm of klysma. Indien de patiënt niet overgevoelig is, kan dit op de lange termijn gegeven worden, en valt het daarmee onder het kopje "onderhoudsmedicijn". Er zijn weinig bijwerkingen;
- corticosteroïden:
- Prednison: Dit middel is sterker werkzaam dan 5-ASA preparaten, maar wordt vanwege de bijwerkingen alleen ingezet als niet of niet voldoende op een ander medicijn gereageerd wordt. Er zijn sinds een aantal jaren ook lokaal werkende corticosteroiden zoals Budesonide. Deze kenmerken zich door een even sterke werkzaamheid en zouden minder bijwerkingen hebben. Er zijn diverse bijwerkingen bij gebruik van Prednison, die in mindere mate aanwezig zijn van Budesonide. Op de lange termijn is botontkalking een bekende bijwerking, die met extra kalk tegengegaan wordt.
- Azathioprine: Wordt wel gebruikt naast Prednison om de bijwerkingen te verminderen. Het duurt gemiddeld 2 tot 3 maanden voor de therapie resultaat geeft. Tablet of intraveneus (in de ader).
- Methotrexaat: Beïnvloedt het afweersysteem.
- Infliximab (anti-TNF): Een van de nieuwere middelen die geregistreerd is voor de behandeling van ernstige actieve ziekte van Crohn en bij matige tot ernstige actieve colitis ulcerosa bij patiënten die niet voldoende reageerden op een conventionele therapie met inbegrip van corticosteroïden en 6-MP of AZA, of die dergelijke therapieën niet verdragen of die medische contra-indicaties hebben voor dergelijke therapieën. Ook bekend onder de naam Remicade. Via infuus toe te dienen. Beïnvloedt het afweersysteem. Zeer duur (tienduizenden euro's per jaar).
- Interleukine-10: Experimenteel middel.
- Zwangerschap In het algemeen hebben vrouwen met IBD net zo veel kans op een normale zwangerschap als vrouwen zonder IBD. Het beloop van de ziekte tijdens een zwangerschap is soms beter, soms slechter. maar meestal gelijk aan het beloop zonder zwangerschap. De meeste medicijnen kunnen zonder problemen worden gebruikt. Bij twijfel is het echter aan te raden met uw behandelend arts te overleggen. De begeleiding van de zwangerschap, waarbij vooral zal worden gelet op de groei van het kind, wordt meestal gedaan door een gyneacoloog.
- Complicaties De meeste mensen met een chronische darmziekte reageren gunstig op behandeling. Als de klachten na behandeling niet verminderen of zelfs verergeren of als de ontsteking zich uitbreidt tot buiten het darmkanaal, wordt dat beschouwd als een complicatie van IBD. Complicaties worden bij circa 10 tot 20% van de patiënten gezien. Uitbreiding van de ziekte buiten de darm betreft voornamelijk ontstekingen van de gewrichten, de huid, de ogen en de lever. Opvlamming van gewrichtsklachten loopt vaak parallel met een opleving van de darmontsteking.
- Kwaadaardige ontaarding Dit is een van de meest voorkomende, maar vaak onuitgesproken angsten van de patiënt. Bij langdurige en uitgebreide ontsteking van de dikke darm is de kans op het ontstaan van darmkanker licht verhoogd. Dit is de reden waarom na ongeveer tien jaar vaak een zogenoemde 'screening coloscopie' wordt uitgevoerd. Dan worden veel weefselstukjes weggenomen voor onderzoek onder de microscoop. Duidelijk is geworden dat de kans op het krijgen van darmkanker bij IBD-patiënten veel kleiner is dan altijd werd aangenomen.
Hoe vaak komt IBD voor?
Ongeveer 35.000 (2003) mensen in Nederland hebben IBD. Er was het laatste kwart van de 20e eeuw een duidelijke stijging van het aantal mensen met de ziekte van Crohn te zien en in mindere mate ook van mensen met colitis ulcerosa. Per jaar wordt de diagnose ziekte van Crohn bij ruim 1000 nieuwe patiënten gesteld en colitis ulcerosa bij ongeveer 1500 nieuwe patiënten. Het komt erop neer dat er in Nederland per jaar ongeveer 2500 nieuwe IBD-patiënten bijkomen. De ziekte wordt voor een groot deel voor het eerst op jongere leeftijd geconstateerd. De ziekte van Crohn wordt iets meer bij vrouwen en colitis ulcerosa juist iets vaker bij mannen gezien. IBD is een chronische ziekte. Dit betekent dat de meeste mensen met IBD, kortere of langere periodes met klachten blijven doormaken.
Ondersteuning
Colitis ulcerosa wordt over het algemeen door de patiënten een 'zware' ziekte gevonden. Er zijn diverse patiëntenverenigingen actief in Nederland en België. Op de websites van Crohn-Colitis Ulcerosa Vereniging Nederland (CCUVN), CCUVNJONG, Darmwereld vzw alsmede CCJongeren kan informatie en ondersteuning met betrekking tot de aandoening verkregen worden.
Colitis ulcerosa video's
Colitis ulcerosa
In deze animatie wordt uitgelegd wat colitis ulcerosa is.